JOSINA BOUTHOORN

JOSINA BOUTHOORN

JOSINA BOUTHOORN

Deze prachtige vrouw is de moeder van mijn opa Gerard Wilschut, en dus mijn overgrootmoeder. Zij heet Josina Bouthoorn, geboren 16-5-1883 te Oudewater overleden op 2-4-1926 te Leiden, 49 jaar oud.

Mijn moeder Bieuwkjen Josina Maria Wilschut is met haar tweede naam naar deze vrouw, haar oma Josina vernoemd. Zij heeft haar echter nooit gekend, want mijn moeder is pas 15 jaar later geboren (in 1941).

 

PIETER WILSCHUT

Josina Bouthoorn trouwde met Pieter Wilschut (2) op 19-7-1911 te Leiderdorp. Het cijfer (2) achter Pieter Wilschut is omdat er meerdere Pieters met dezelfde achternaam in de stamboom voorkomen (en hier is de nummering aangehouden zoals aangegeven op het grote stamboom overzicht)

GEZIN VAN ZES KINDEREN

In totaal kregen Josina Bouthoorn en Pieter Wilschut 6 kinderen: 2 dochters en 4 zoons. Hun eerste kind was een dochter Johanna (roepnaam Hans). Mijn opa Gerard was hun 2e kind en eerste zoon. Hieronder zie je de eerste vier kinderen afgebeeld.

Het meisje rechts met de grote strik in haar haar, zij is:
1) Johanna Elisabeth Apolonia Wilschut
(geboren 18-10-1912 te Oegstgeest, overleden 8-1-1985 te Amersfoort, reizend gastvrouw / hoofdverpleegster).
Zij staat hieronder op de foto met een bijschrijft van mijn moeder als ‘schoonzus Hans’, echter heb ik deze tante nooit ontmoet.

Daarna de langste jongen staand is mijn opa:
2) Gerard Wilschut
(geboren 29-4-1914, overleden-gefusilleerd 29-12-1942)
dan de jongen links is:
3) Johannes Pieter Wilschut
(geboren 26-2-1916, overleden 11-1-1990, was gehuwd met Margaretha Sijtje Catharina van Egmond, opnieuw getrouwd met…,
En de kleinste jongen op de kruk is:
4) Pieter Wilschut

(geboren 19-3-1918 te Oegstgeest, getrouwd met ….)
Niet op de foto staan:
5) Josina Wilschut
(geboren: 31-10-1924, overleden 25-4-2000 (?) te Oegstgeest. Verpleegster. (haar kende ik nog als
’tante Jopie’ toen mijn moeder, broer en ik in Emmen woonden, waar zij toen ook woonde).

Links mijn ’tante Jopie’ Josina Wilschut (de jongste zus van Gerard Wilschut), in het midden uwen Margreet Otto en rechts mijn oma Alida de Goede.

6) Willem Cornelis Wilschut
(geboren 18-3-1926 te Leiden, overleden 9-12-1986 te Haarlem).

OVERLIJDEN JOSINA

Josina Bouthoorn overleed op 2-4-1926, dit was 2 weken na de geboorte van haar laatste zoon Willem Cornelis Wilschut. Mijn opa Gerard was toen 12 jaar oud.

Dit zal een tragiek geweest zijn voor haar nog jonge kinderen en twee weken oude baby, alsmede voor haar man Pieter Wilschut (2)-(14-9-1880/23-2-1942).

MARIE VERKERK

Anderhalf jaar na het overlijden van zijn echtgenote Josina is Pieter Wilschut (2) hertrouwd met Marie Verkerk op 28-9-1927.
(Marie Verkerk geb 8-3-1885 te Utrecht / 26-1-1962 te Utrecht).
Uit dit huwelijk zijn geen kinderen geboren. Mijn opa Gerard was toen 13 jaar. Marie is uiteindelijk 15 jaar zijn stiefmoeder geweest, tot aan de dood van Gerard in 1942 op 28 jarige leeftijd.
Marie overleefde echter ook haar echtgenoot, zij is na het overlijden van Pieter Wilschut (2) nog 20 jaar weduwe geweest. Mijn moeder’s derde voornaam Maria is vernoemd naar Marie Verkerk, dus naar de stiefmoeder van haar vader.

DE JEUGD VAN JOSINA

Er was echter ook tragiek in de jeugd van Josina Bouthoorn. Haar ouders zijn Aaltje van Oort en Gerrit Bouthoorn (mijn betovergrootouders).

Betovergrootouders:
Aaltje van Oort
(7-11-1851-te Benschop/
16-2-1886- te Oudewater).
&
Gerrit Bouthoorn
(10-11-1845/
overleden 1892 of later).

In haar jeugd had Josina niet veel geluk. Want haar moeder Aaltje overleed toen zij 3 jaar oud was.
Maar niet alleen heeft Josina haar moeder op heel jonge leeftijd verloren.
Zij heeft ook haar 5 broertjes en zusjes verloren, alhoewel zij die niet heeft gekend.

VERSCHRIKKELIJK DRAMA

Josina was de laatst geborene in een gezin van 6 kinderen.
De oudere broers en zussen van Josina waren echter allen overleden nog vóór dat Josina geboren werd. Josina was dus de enig overlevende van het gezin.

Het verschrikkelijke van deze geschiedenis is dat haar 3 broertjes (die allen Willem heetten) en haar 2 zusjes (Wilhelmina en Gerrigje) niet ouder zijn geworden dan een paar dagen of weken. Waaraan zij zijn overleden staat niet vermeld op de stamboom. Vroeger kwam de wiegedood vaker voor, maar zoveel kinderen achter elkaar? Leden zij honger? De vriesdood kan het niet geweest zijn want 5 van hen zijn in de zomer geboren. Of was het dan een genetische kwestie? Of toeval?

TWEEDE HUWELIJK VAN HAAR VADER

Nadat Aaltje van Oort overleden was, is Josina’s vader Gerrit Bouthoorn opnieuw getrouwd. Zijn tweede echtgenote heette Geertruida Bekker. Of Josina is opgegroeid in het tweede huwelijk van haar vader is mij niet bekend. Dat is wel het meest waarschijnlijk, aangezien zij nog een peuter was.

Met Geertruida kreeg Gerrit nog twee kinderen. Maar het vreselijke is dat óók deze twee kinderen jong stierven. Het eerste kind overleed naamloos op de dag van de geboorte. Hun tweede kind stierf 19 dagen na haar geboorte (Martijntje Bouthoorn 14-5-1892/3-6-1892). Dus hier is duidelijk hetzelfde patroon van babysterfte als in Gerrit’s eerste gezin. Dit waren dus twee jongere half -zusjes of -broertje van Josina.

Hoe zou Josina haar verdere jeugd dan beleefd hebben? Wanneer haar vader overleed is niet bekend, zijn laatste kind uit zijn tweede huwelijk is overleden op 3-6-1892. Josina was toen 9 jaar. Haar stiefmoeder Geertruida is overleden toen Josina 30 was.

HEEL EENZAAM

De gevoelsindruk die ik van Josina krijg is dat zij als kind heel eenzaam was. Zij vertoefde helemaal in haar eigen wereldje. Het was wellicht een overlevingsstrategie. Zij had zich afgesloten voor alles wat er om haar heen gebeurde. Zij nam dingen wel waar, maar zweeg en deed wat van haar gevraagd werd, en dat was het. Een andere theorie is dat zij het wel goed kon vinden met haar vader en stiefmoeder. En was zij ondanks alle ellende die haar ouders hebben meegemaakt toch gelukkig. Het zijn veronderstellingen, zeker weten doe ik het niet uiteraard!

OPDAT ZIJ MOGEN RUSTEN IN VREDE

Maar goed, we kunnen hier verder ook niet te lang bij stil staan, het is gebeurd, wat ook de oorzaak was, dat vreselijke leed is geweest. Daarom sluiten we dit bij deze af. Opdat zij mogen rusten in vrede!

Nog even verder terug in de stamboom:
De ouders van Aaltje van Oort zijn mijn
Oudouders:
Joost van Oort
&
Gerrigje Boele.

De ouders van Gerrit Bouthoorn zijn tevens mijn
Oudouders:
Willem Bou(d)thoorn
1799 te Woerden / 31-12-1869 te Oudewater
&
Martijntje Sterk
31-7-1813 te Polsbroek
28-2-1886 te Oudewater

Oudgrootouders:
Gerrit Boudthoorn
geen data bekend zal zo rond
1765 geboren zijn
&
Johanna Bos

Gerrit Boudthoorn en Johanna hebben drie kinderen
-Jan geb 1793 Woerden,
-Willem geb 1799 Oudewater,
-Jannigje geb 1795 Woerden,

Oudgrootouders:
Cornelis Sterk
geen data bekend zal zo rond
1765 geboren zijn
&
Aaltje van der Weide

Tot zover.
*******

Terug naar: MENU

GERARD WILSCHUT

GERARD WILSCHUT

MIJN OPA GERARD WILSCHUT

Op de foto behorende bij dit artikel zie je mijn oma en opa:
Alida de Goede en Gerard Wilschut.
Zij zijn de ouders van mijn moeder.
Dit artikel gaat in het bijzonder over mijn opa
Gerard Wilschut.
De opa die ik nooit heb gekend.
Nou heb ik onlangs een gedeelte van de familie stamboom van mijn oma
Alida de Goede gedeeld in het artikel
Boerderij Odoorn. In dit laatst genoemde artikel lees je ook iets over de jeugd van mijn oma.

En daarna leek het me ook wel leuk om de familie stamboom van mijn moeder’s vader ‘Gerard Wilschut’ te delen. En dat kan, vanwege een merkwaardig toeval. Want mijn moeder kreeg van haar nicht van de Wilschutten-kant een complete familie stamboom aangeleverd. Dat was zo’n beetje 10 jaar geleden inmiddels. Toendertijd heb ik dat met nieuwschierigheid en verwondering bekeken, er zaten ook een aantal piepkleine fototjes bij.

Het is heel bijzonder om opeens te weten wie je verdere voorouders zijn, en een aantal glimpsen van de familie geschiedens op te vangen. En waarom weet ik niet, maar ik voel de aandrang om deze familie geschiedenis te plaatsen.

Gerard Wilschut
(29-4-1914 – 29-12-1942)

Dat komt wellicht door een suggestie van de auteur Vladimir Megre in één van zijn boeken. Hierin moedigt hij de lezers aan om een familieboek te schrijven over hun eigen familie geschiedenis, dat voor de volgende generaties van de familie te lezen is. En ik wil ook graag dat mijn nazaten de geschiedenis van hun herkomst kennen. En breder gezien geldt dat wellicht ook voor ons als volk!

Want één ding is me wel duidelijk geworden door het bestuderen van inmiddels twee stambomen van mijn moeder’s kant, er komen zóveel verschillende achternamen in voor, dat je bijna kan concluderen dat elke willekeurige voorbijganger een ver familielid zou kunnen zijn! We zijn dus allemaal met elkaar verbonden.

OVERZICHT STAMBOOM

Kijk, hieronder zie je de stamboom op papier zoals ik dat aangeleverd kreeg. Het formaat van dit papier is 84cm bij 53cm. De stamboom begint bovenaan met datgene wat er bekend is over de generaties. Tot hier is dat terug getraceerd tot 1717 van de Wilschutten-tak, met zelfs nóg een voorvader waarvan de geboortedatum niet bekend is, wellicht geboren rond 1690.

Rechts boven begint die historische lijn van mijn opa’s kant ‘Gerard Wilschut’. Dit volgt dus de achternaan van zijn vader ‘Pieter Wilschut’. En Pieter is getrouwd met ‘Josina Bouthoorn’, de moeder van Gerard. Haar parenteel begint helemaal links boven op het papier, zover als de namen en geboortedata van haar voorouders terug te vinden zijn in de archieven.

HET GEZIN VAN PIETER EN JOSINA

Samen kregen Pieter en Josina zes kinderen. Gerard had 3 broers en 2 zussen. Omdat ook over Josina het een en ander te vertellen is, is haar levensloop in een apart artikel geplaatst, inclusief een beschrijving van het gezin:
Josina Bouthoorn

Maar zo ongeveer lopen dus de vertakkingen van gezinnen. En daar komen door de generaties heen ook tientallen verschillende achternamen van alle moeders in voor, de geërfde achternaam is immers meestal die van de vader. Dus zóveel verschillende achternamen in één familie-stamboom, dat geeft echt te denken mensen. En dat is nog maar via één ouder dus.

OVERLIJDEN JOSINA BOUTHOORN

15 dagen na de geboorte van haar jongste zoon is moeder Josina Bouthoorn overleden. Volgens mijn moeder kwam dat omdat zij niet kon herstellen van het kraambed.

Wat een afschuwelijke ervaring moet dit geweest zijn voor de achterblijvende vader Pieter Wilschut en zijn zes kinderen, waarvan de jongste dus net twee weken oud was.

Ook Gerard moest zijn moeder dus op jonge leeftijd missen.

HET TROUWBOEKJE

Op 16 februari 1938 zijn Gerard Wilschut en Alida de Goede getrouwd te Rotterdam. Hieronder staan afbeeldingen van het boekje. Leuk detail is dat zij daar maar 50 cent (gulden valuta) voor hoefden te betalen. Op zich wel interessant om te lezen wat toendertijd de huwelijkse voorwaarden waren…

Stempel rechts is van kerk schiedam.

TWEE KINDEREN

Gerard Wilschut en Alida de Goede kregen twee kinderen, een zoon en een dochter (mijn moeder). Daarover kan je meer lezen bij de artikelen over
Alida de Goede
en hun dochter
Bieuwkjen Jozina Maria Wilschut.

BUFFET CHEF

Gerard werkte als slagersknecht bij een slagerij op de hoek van de staat waarin hij en mijn oma woonden. Deze slager had zo’n vijf buffet chefs in dienst. Mijn oma die bij een oudere zus inwoonde, ging daar regelmatig boodschappen doen. Dus zo hebben zij elkaar leren kennen.

Gerard links op de foto hierboven met vermoedelijk zijn baas in het midden, en nog drie collegas, allen heren (waarvan twee niet goed zichtbaar).

Op de foto hieronder Gerard met een vrouwelijke medewerker, dat maakt dus 6 collegas in totaal.

De eerste twee jaren van de oorlog (21 maanden om precies te zijn), heeft Gerard als Buffet Chef ook eten bereid en met een bakfiets vlees en/of gerechten rond gebracht (niet bekend wat precies). Ongetwijfeld ging er ook het een en ander in een dubbele bodem voor de diverse onderduikers her en der.

Op de achterkant van deze foto staat:
‘Gang van tachtig.
Gerard Wilschut in Den Haag.’

Nou vind ik de man op de bakfiets niet helemaal op Gerard lijken, en zit ik me af te vragen of het zijn vader zou kunnen zijn. Echter op de achterkant van deze foto staat dus dat het Gerard Wilschut is. Dus laat ik er maar van uit gaan dat het hem is dan!

BEVRIJD EEN EN TWEE

Negen maanden na de geboorte van mijn moeder werd Gerard gearresteerd vanwege zijn verzetswerk. Daarover kan je meer lezen in het eerste artikel wat ik schreef over mijn opa Gerard Wilschut dat gaat over zijn verzetsverleden, het heet BEVRIJD.
Er is nu ook een artikel over het verzetsverleden van mijn oma,
dat heet BEVRIJD TWEE.

Er worden in dit artikel tzt nog meer fotos en tekst over Gerard geplaatst.

Terug naar MENU

BOERDERIJ ODOORN

BOERDERIJ ODOORN

BOERDERIJ IN DRENTHE

Mijn oma (mijn moeder’s moeder) heet Alida de Goede en is geboren in 1919 in Odoorn, Drenthe. Op de bovenstaande foto zie je de boerderij waar mijn oma ter wereld kwam. Echter waar deze precies staat in Odoorn of omstreken kon ik in eerste instantie niet achterhalen.

Een achternichtje van mij appte deze boerderij-foto (dat was in de eerste helft van 2021). Dat deed zij omdat ik haar vertelde dat ik graag zou willen weten waar precies mijn oma toendertijd woonde in Odoorn. En haar moeder had nog een oude foto van genoemde boerderij.

TANTE HENNY (HENDRIKJE)

Mijn achternicht is een kleindochter van een oudere zus van mijn oma. Deze zus ken ik als ‘Tante Henny’. En mijn tante is begin dit jaar (op 7 februari 2022) overleden. Zij was echter de enige die nog in kleuren en geuren had kunnen vertellen over deze boerderij, aangezien zij over de 90 is geworden en zij het huis in die tijd qua leeftijd dus bewust heeft meegemaakt.

Echter, wij als nazaten (kleinkinderen van onze oma’s) hebben daar helaas te laat aan gedacht! Maar mijn nieuwschierigheid was gewekt.

TWEE BOERDERIJEN

Inmiddels (eind december 2023) weet ik dat het om twee verschillende boerderijen gaat waar de ouders van mijn oma, en dus mijn overgrootouders ‘Gerrit de Goede’ en ‘Bieuwkjen van der Kaap’ hebben gewoond. En deze boerderijen zien er nagenoeg hetzelfde uit, waardoor het in eerste instantie door niemand is opgemerkt dat het om twee verschillende huizen gaat!

Het klopt dan ook dat bijna alle boerderijen in die tijd in die landgemeente in dezelfde stijl werden gebouwd, en zelfs nu zie je dat nog in die streek.

Van beide boerderijen heb ik fotos van gedeeltes van de boerderijen, maar om het extra moeilijk te maken, niet van dezelfde gedeeltes. Van de eerste oude boerderij zijn de voorgevel en rechter zijkant goed te zien. Van de tweede nieuwe boerderij zijn minder details zichtbaar. En omdat de vormen van de boerderijen nagenoeg het zelfde waren, werden het wel puzzelstukjes!

Zoals de verschillende schoorstenen die wel op dezelfde plek staan. Maar ook de dakpannen verschilden aan beide zijden. In eerste instantie overwoog ik dat zowel de schoorstenen als de dakpannen na verloop van tijd vervangen zouden kunnen zijn. Maar de bakstenen van de oude boerderij zien er ouder uit. Dat is dus de boerderij met mijn voorouders op de voorgrond, op de foto bijgaand dit artikel en hieronder.

Dit is de boerderij waar mijn oma geboren is in 1919. Deze stond in de provincie Drenthe, in het Valter Veen gebied. Het behoorde als landgemeente bij het dorp Odoorn. Het huidige dorp Valtherveen bestond toen nog niet.

Deze foto is gemaakt in 1909, dus mijn oma was toen nog niet geboren. Hier is haar moeder, de tweede van rechts, nog véél jonger dan op de foto van de nieuwe (tweede) boerderij in Nieuw Weerdinge waar het gezin naartoe verhuisde toen mijn oma één jaar was. Deze foto is verderop in dit artikel geplaatst.

Aan de raamposten waren de verschillen tussen beide huizen ook niet echt goed af te leiden. Maar gecombineerd met de familieleden die voor beide boerderijen zitten of staan, en data over hun verhuizingen, en geboorte jaren, heb ik zo het een en ander beter kunnen herleiden.

Deze eerste boerderij stond dus in het Valther Veen gebied, het Valtherveen of Valthermond, waarover later meer. Maar dit gebied is na ontginning van het veen veranderd. De foto van de boerderij is volgens vermoeden in de herfst van 1909 gemaakt. En zoals op de foto is te zien, was de boerderij toen al in verouderde staat en maakt een ietwat vervallen indruk.

De tweede nieuwe boederij stond in Nieuw Weerdinge en deze was aan een kanaal gevestigd. Mijn oma is daar opgegroeid vanaf haar eerste levensjaar tot aan het negentiende. Hier zit zij op de leuning van een brug over het kanaal samen met een broer en zus, met op de achtergrond rechts een gedeelte van de nieuwe boerderij.

Op het geboortebewijs van mijn oma staat aangegeven dat zij is geboren in Odoorn. En pas na zoeken op internet bleek dat dat dus óf het dorp Odoorn zou zijn, of de Landgemeente Odoorn (nu Borger-Odoorn). Toendertijd waren Valtherveen en Nieuw Weerdinge nog gehuchtjes of zelfs nederzettingen en werden door de ambtenarij niet geregistreerd.

Vandaar dat deze ook nog niet op de landkaart werden aangegeven. Dit weet ik omdat ik een aantal antieke kaarten van het gebied heb bestudeerd en zelfs op google maps heb geplaatst voor duiding van de geboortegrond van mijn oma. De eerste toen al oude boerderij bestaat niet meer, en of de tweede (nieuwe) boerderij er nog staat of is herbouwd is mij (nog) niet bekend.

VAGE HERINNERINGEN

Mijn moeder herkende echter niemand van de mensen die voor de oude boerderij staan. En zij had ook slechts vage herinneringen aan de boerderij, die zij op deze foto echter wel meende te herkennen. Maar nu weet ik dus dat zij bij de eerste boerderij in Valtherveen nooit is geweest. En dat zij het meende te herkennen komt dus omdat beide boerderijen er nagenoeg hetzelfde uitzien. Mijn moeder was ongeveer 4 jaar toen zij vlak na de 2e wereldoorlog voor de laatste keer de boerderij bezocht. Dat deed zij samen met mijn oma, waarmee zij samen met haar broer in Schiedam woonde.

Mijn moeders broer was daar overigens niet bij, want hij was als kleuter in het laatste jaar van de oorlog (1944-45) voor een jaar veilig in een gastgezin in Zweden opgevangen. Want mijn toen reeds gefusilieerde opa en mijn oma zaten in het verzet. Dus ik besloot online te gaan zoeken, en zo ontstond dit artikel.

KERSPEL ODOORN

Odoorn in die tijd was het hoofddorp van het kerspel Odoorn. Nou, wat is een kerspel ook al weer? vroeg ik mij af. Het woord kende ik wel maar niet meer de preciese betekenis. Dus dat zochten we op in het woordenboek: “Een kerspel is een door een pastoor bestuurde gemeente, thans parochie genaamd, en tevens een plattelands rechtsdistrict. In een meer algemene betekenis betekent kerspel ook dorp of landgemeente.”

Maar de parochie overheerste toendertijd, want mijn oma vertelde dat een deel van haar familie van ‘de zwarte kousenkerk’ was, waar zij afstand van had genomen. Dat betrof overigens vooral het toenmalige dogmatisme van de kerk.

En het zou kunnen dat dit zowel het geloof van haar vader betrof,
Gerrit de Goede, die gereformeerd was, alsmede haar doopsgezinde
moeder Bieuwkjen van der Kaap.

Maar in die tijd ging in die streek overigens iedereen in zo’n landgemeente naar de kerk. Ook de lagere school was aan de kerk verbonden. In het dorpje Odoorn was dit gevestigd in een bijgebouw van de kerk en namen de kinderen een blok turf als betaalmiddel voor het onderwijs mee (wellicht ook om de ruimte in de winter warm te houden). Mijn oma ging echter naar school in Nieuw Weerdinge.

IEDEREEN WAS BOER

En bovendien was tot ver in de 18de eeuw vrijwel iedereen in dit deel van Drenthe boer, inclusief de burgemeester, schoolmeester en dominee. Zo was wat wij tegenwoordig een ‘gemeentehuis’ noemen (‘gemeente’ en ‘huis’) doorgaans in een deel van een boerderij gevestigd. Dat was dan de boerderij als het ‘huis’ van de burgemeester. Daar werden dan zaken geregeld die het ‘al-gemeen'(dus ge-meente) belang dienden en waar afspraken daaromtrent werden vastgelegd.

GEMEENTE BORGER ODOORN

In 1998 zijn de 24 zelfstandige Drentse gemeenten omgevormd tot 12 nieuwe. De gemeente Odoorn is samen gegaan met de gemeente Borger en heet nu gemeente Borger-Odoorn. Nog uitgaande van het kerspel Odoorn, zijnde een landgemeente, overwoog ik ook tijdens mijn zoektocht dat de boerderij op de foto misschien in het dorp Valtherveen stond, wat tot de grote landgemeente Odoorn behoorde, en waar mijn overgrootouders Bieuwkjen van der Kaap en Gerrit de Goede hebben gewoond.

NIEUW WEERDINGE

Gelukkig noemde mijn moeder het dorp ‘Nieuw Weerdinge’ op een gegeven moment, het schoot haar ineens te binnen. Dáár gingen ze naar toe. En dit werd bevestigd toen ik opeens op één van de tientallen familiekiekjes op de achterkant deze dorpsnaam zag staan (verticaal).

En er staan plaatsnamen op: Kampen, Hasselt, Lichtmis, Dedem. Deze waren op de fietsroute die mijn opa Gerard Wilschut had opgeschreven. Hij had daar blijkbaar langs gefietst op zijn tocht van Schiedam naar Drenthe, Nw. Weerdinge.

Op de voorkant zie je de foto waarop twee jongemannen gehurkt zitten met cigaretten in hun handen. Het is een merkwaardige foto, het beeld is óf bewogen óf het zijn twee afdrukken over elkaar. Derhalve heb ik het niet geretoucheerd.

Op de achtergrond de muur van de tweede boerderij waar mijn oma woonde. Hier kan je ook goed zien dat de bakstenen er heel nieuw uit zien. Dit huis was toe dus pas gebouwd, met daarnaast een buur boerderij.

Links zie je mijn opa Gerard Wilschut  (geboren 1914). Wie de jongeman rechts is weet ik niet, wellicht een broer van mijn oma, ongeveer even oud als Gerard. Het zijn derhalve niet Gerrit de Goede junior of Jan de Goede. Blijft over Roelof Jan Johannes de Goede, maar dat is dus niet zeker.

En zijn er nou één of twee hondjes? In eerste instantie leek het er één die bewoog omdat de foto een overlap heeft. Maar ze zijn toch verschillend in beide beelden dan. Aan de muur links op de achtergrond is goed te zien dat de bakstenen er nieuw uit zien. Dit huis was toen dus blijkbaar pas gebouwd, met daarnaast rechts een buur boerderij.

ONLINE ZOEKTOCHT

Maar omdat mijn moeder dus geen van deze mensen op de oude boerderij foto herkende, begon ik mij steeds meer te verwonderen wie dat dan wel waren, en in welke tijd deze foto genomen is. Er van uitgaande dat mijn oma in deze boerderij geboren is, wat mijn achternichtje beweerde, en tevens haar moeder en mijn moeder bevestigden, en wetende dat mijn oma in Odoorn geboren en gedoopt is, en tevens al haar volle zussen en broers, besloot ik dus in eerste instantie online verder te zoeken. En dat leverde een aantal interessante resultaten op!

SLAPEN IN DE BEDSTEE

Het was vlak na de oorlog dat mijn moeder in één van de bedstee’s sliep die in de nieuwe boerderij in Nieuw Weerdinge aanwezig waren. Zij herinnerde zich nog de lakens kraakhelder wit, alles proper en strak gesteven en met luiken voor de bedstedes. Het maakte veel indruk op haar. Zij zelf kwam immers uit de stadse omgeving van Schiedam, en in die nieuwbouwwijken werden geen huizen met bedstedes meer gebouwd. Ook wist mijn moeder nog dat de toenmalige derde echtgenoot van háár oma, opa Botter, haar rondreed in een kruiwagen hélemaal rondom de boerderij heen, en zij dat als klein meisje van een jaar of vier, echt prachtig vond.

TWEEDE OF DERDE ECHTGENOOT?

Overigens wisten ik en mijn moeder in eerste instantie niet dat opa Botter de derde echtgenoot van mijn overgrootmoeder was. Dit was zowel verwarrend voor mijn moeder als mijzelf, aangezien wij hier nooit iets over hadden gehoord van mijn oma (of dat wij ons dat niet meer herinnerden). Echter blijkt dat uit de eerste twee huwelijken van mijn overgrootoma 12 kinderen zijn geboren (waarvan de eerste levenloos), maar toen Bieuwkjen van der Kaap voor de derde keer huwde (met Hilbert Botter) was zij al 65 jaar en kregen zij geen kinderen meer.

Overigens beweerde mijn oma altijd dat zij uit een gezin van 13 kinderen kwam, waaronder een aantal halfbroers of zussen (nu weet ik: uit de eerdere huwelijken van Bieuwkjen van der Kaap en Gerrit de Goede). Maar mijn oma had nóg meer stief -broers en -zussen, die toen zij nog jong was het huis verlieten.

OUDE ANSICHTEN

Ik begon mijn zoektocht met ‘Boerderij Odoorn’ in te typen en ‘1900’ en ‘1919’, en kwam ondermeer op deze site uit met drie interessante boekjes:

Odoorn in Oude Ansichten

Borger in Grootmoeders Tijd

Borger in Oude Ansichten

Deze heb ik nog niet aangeschaft, maar de begeleidende teksten zijn wel online te lezen. En zo krijg je al een beetje een beeld van die tijd, zo’n 100 tot 150 jaar terug, en qua tekst nog verder terug in de tijd, zoals het jaar 1381 waar in de registers en rekeningen van het bisdom Utrecht, Borger (van het huidige Borger-Odoorn) staat vermeld als ‘Borgheren’, zijnde het kerspel van Utrecht tot aan Borger: ‘Kerspel tot Borgheren’. En langer geleden in 1327-1376 heette Odoorn ‘Oderen’. En later ook: ‘Den borgen van Oideren’.

DE RIDDERSCHAP

Dit vond ik interessante geschiedenis over de streek en ik besloot hier nog verder op te zoeken. Het woord ‘borgheren’ is samengesteld uit ‘borg’ en ‘heren’. Het woord ‘borg’ heeft echter zo’n 20 betekenissen, maar in relatie tot ‘heren’ van ‘borgheren’ zijn dit de meest voor de hand liggende:
“Een Borg is de benaming voor historisch landgoed (huis en terrein), waarvan de oorsprong terug gaat tot een eigenaar die lid was van de ridderschap in de provincie Groningen. Het was tevens de Groningse benaming voor een (versterkt) adellijk huis, en ook werd het gebruikt voor een Groningse edelmanswoning (vroeger bezit van een `Ommelandse jonker`), in Friesland ook wel ‘state’ of ‘stins(e)’ geheten.”

De verwijzing naar het Groningse ridderschap en de Groningse terminologie zou heel goed kunnen, want het dorp Borger en het gebied erboven, ligt in het noorden van de provincie Drenthe en heeft daarmee verbinding met de provincie Groningen, terwijl Odoorn meer in het zuidoosten van Drenthe ligt in de buurt van Emmen.

VERBINDINGSLIJNEN

Een borg is tevens een dubbelgenomen stevig eind touw, staaldraad of ketting als tweede verbinding tussen twee voorwerpen, wellicht is dat ook symbool voor een borgpunt zoals bijvoorbeeld het zevenlandenpunt in de landsgemeente Borger-Odoorn (zie verderop in dit artikel bij ‘De Zeven Marken Steen’). Hier kwamen meerdere verbindingslijnen van zeven landgoederen van de heren-boeren samen, wellicht in het centrum van de diverse landgoederen. Dus misschien heeft het ook daar nog mee te maken. (Ook, als men iets waarborgt, dan legt men dat vast, dan gaat men daar voor staan, letterlijk was een landgoed of het bezit van de herenboer ook onderpand voor transacties).

FAMILIE VAN DER KAAP

Andere trefwoorden brachten me op een website over ondermeer de stamboom van de familie van der Kaap, wat dus ook de achternaam is van mijn overgrootmoeder. Zo ben ik er achter gekomen hoe de ouders van mijn overgrootmoeder heten.
Zie: Bieuwkjen van der Kaap.

IT FEAN

Mijn oudmoeder Bieuwkje Wijnalda is geboren in het dorp Surhuisterveen in 1826. Volgens de website van de Familie van der Kaap wordt het ook wel ’It Fean’ genoemd:

“Het ‘Fean’ bestond oorspronkelijk uit woeste onbewoonde veengronden ten zuiden van het dorp Surhuizum in de grietenij Achtkarspelen. In de zestiende eeuw kwam er steeds meer interesse in turf als brandstof wat tot gevolg had dat speculanten en beleggers interesse kregen in de venen. In 1517 kocht de rijke grootgrondbezitter Tjaard van Burmania, die in 1515 door Floris van Egmond tot ridder was geslagen, een deel van de venen, gelegen aan de Lits (bij Rottevalle) ten zuiden van Surhuizum. In de loop van de jaren vermeerderde hij dit bezit. Maar er kwamen ook andere kopers en in 1530 waren er ook turfgravers voor het convent Buweklooster zelf aan het werk.”

Hier nog wat interessante geschiedenis over
Borger, Odoorn en omgeving.

VALTHERVEEN

Het gebied waar de voorouders van mijn oma (van mijn moeder’s kant) woonden was één groot veenontginningsgebied van duizenden hectaren, met veenkoloniale dorpen, vooral in het oosten van de gemeente Borger-Odoorn. Veel plaatsnamen en streken aldaar zijn er naar vernoemd.

Op de kaart hieronder zie je 7 dorpen door mij toegevoegd op de afbeelding van een antieke kaart uit 1891. Valthermond en Nieuw Weerdinge (ten noorden en zuiden van het Valtherveen gebied, door mij geel gekleurd) stonden nog niet op deze kaart! Musselkanaal, Borger, Odoorn, Valthe en Emmen dus wel.

Valtherveen, waar dus de oude boerderij stond waar mijn oma is geboren, is geen naam van een dorp maar was oorspronkelijk dus de naam van het veengebied ‘Het Valther Veen’. Dit ligt ten oosten van het dorpje Valthe (in de geel gekleurde cirkel op de kaart), en was een horizontaal langgerekt hoogveen (geel gekleurd op de kaart) tussen Valthe en het dorpje Zandberg in Drenthe, op de provinciale grens van Drenthe en Groningen tussen de dorpen Musselkanaal en Ter Apel in.

Van hieruit is de eerste Valthermond onstaan (maar dit bestaat nu niet meer). De laatste twee genoemde dorpen zijn net over de grens in de provincie Groningen gesitueerd langs het grote Stadskanaal. (Mijn overgroot oma is geboren in Musselkanaal, en haar vader mijn betovergroot vader kwam uit Groningen).

HOE IS HET VEEN ONTSTAAN?

In eerste instantie dacht ik, en dat denk ik nog steeds, dat deze gebieden zijn ontstaan door oeroude wouden die daar gedurende millenia gegroeid hebben. Een aantal plaatsnamen aldaar eindigen ook met ‘woud’. En als deze wouden ontgind zijn, is mijn theorie, veranderden de voormalige bosgronden in veen.

WAD OF WOUD?

Maar op interent is ook de theorie te lezen dat de moerassen voor duizenden jaren een verlengstuk van het waddengebied zouden zijn geweest. Het woord ‘woud’ staat wellicht dan voor ‘wad’ zijnde een moeras. Maar toch betwijfel ik dat, want een zeebodem kan toch niet inklinken tot turf? Een zeebodem bestaat doorgaans uit zand. Of het zou ingedikt zeeslib moeten zijn, maar niet echt geloofwaardig.

Dus hoe ontstaat het veen en turf dan wel? Door slib van uitmondingen van rivieren en stroomgebieden? Omdat Nederland het laagst gelegen land is van het Europese continent? Zou kunnen. Wie het zeker weet mag het zeggen. Maar goed, dan zou je toch denken dat zo’n gebied al veel eerder meer civilisatie gehad zou hebben, met dat waardevolle turf als brandstof in die koude contrijen.

VEEN EN TURF

Maar wat is ‘veen’ of ’turf’ dan precies? Het veen ontstaat in natuurgebieden zoals bosrijke en vegetatierijke gronden. Door cycli in de natuur wordt laag na laag gevormd van afgestorven gebladerte, plantenresten en boomresten gedurende millenia. Zo ontstaat laag na laag een meters dikke humus grond. Het gewicht van de opgestapelde humuslagen perst de onderste lagen verder samen, waardoor het als massa wordt ingedikt.

Door regen of moerasvorming komt het gewicht van water op de toplaag daar nog bij. Daardoor wordt de grond tevens zuurstof arm. De halfverteerde resten van vezelrijke planten- en bomen in de bovenste lagen geven nog enige structuur aan de grond. Dat is in het geheel de veengrond.

Wanneer men het water uit deze grond weg laat lopen, wordt de veenlaag lichter en poreuzer en heeft het materiaal een bepaalde elasticiteit en veerkracht. Zou deze grond door de eeuwen heen echter nog verder ingedikt zijn, dan verwordt het veen tot bruinkool en houtskool. Het veen is dus een voorstadium van de laatste twee genoemde brandstoffen, maar is ook goed brandbaar. De veengrond werd aldus in blokken uitgestoken, wat men toendertijd handmatig deed met een schep. Eenmaal gedroogd vormt zich het brandbare turf.

Vooral de veengebieden van Groningen en Drenthe waren van impact op de omstandigheden in de tijd van mijn overgrootouders, alswel de jeugd van mijn oma. Toen men eenmaal systematisch met het uitgraven van het veen begon, was zogezegd het hek van de dam. Van heinde en verre kwamen er arbeiders naar de veengebieden voor hun broodwinning. Dit gebeurde in het noorden van Nederland in Friesland, Groningen en Drenthe.

WANNEPERVEEN

Zo ook mijn betovergrootvader die was geboren en getogen in het noorden van Overijssel te Wanneperveen. Gezien deze plaatsnaam kunnen wij constateren dat dat dus óók een veengebied was! Hij trok echter met zijn gezin naar Drenthe, wellicht in de verwachting op betere economische omstandigheden. En in Drenthe was volop werk. Dat zat zo.

HET STADSKANAAL

In de 16e eeuw was de stad Groningen begonnen met het laten afgraven van het veen ten behoeve van de vervaardiging van turf als brandstof. In 1615 werd de grens tussen de provincies Groningen en Drenthe definitief bepaald vanwege de veenontginning in beide provincies. Die bepaling van nodig want er was uiteraard verschil van mening over tot wie het grondbezit behoorde (niks nieuws onder de zon dus).

Vandaar dat de stad Groningen het plan bijstuurde voor het systematisch uitgraven van het veen. Hoe ging dat in zijn werk? In 1765 werd besloten tot de aanleg van een groot kanaal voor de distributie van het veen als turf. Dit zou van noord naar zuid lopen over het grondgebied van Groningen, en daarna verder naar beneden langs de provinciale grens van Groningen en Drenthe tot aan Ter Apel. Het liep zo’n beetje in het midden van de Groningse en Drentse veengebieden. Zo wilde de stad de opbrengsten van de veengronden uit beide provincies middels scheepvaart naar zich toe te trekken.

Halverwege de 18e eeuw werd er derhalve begonnen vanaf de stad Groningen met het uitgraven van dit zogeheten ‘Stadskanaal’. Deze werd maar liefst 38 kilometer lang, twee meter diep, en 8 meter breed! Het was een gigantisch project wat zo’n 100 jaar in beslag zou nemen (vanaf 1765 tot aan 1856). Er hebben honderden arbeiders aan gewerkt, die het kanaal handmatig met behulp van een schep uitgroeven. Dus, waar een wil is, is een weg, zou je kunnen denken!

DE TURFSCHIPPERS

Een aantal mannen van de beide Bieuwkjes (mijn overgrootmoeder en oudmoeder), alsmede hun vaders en voorvaderen, werkten ook in ‘it fean’. Zij  waren turfschipper op een schuit met zware vracht, dat was geladen bij de veen afgravingen, voortgeduwd met een poolstok door slootjes en kanalen, gelost op plaats van bestemming, en weer terug. Drenthe is er rijk en welvarend door geworden, het generaties lange zwoegen en arbeiden van deze mannen en vrouwen.

“Langs het Stadskanaal stonden moderne fabrieken, reed de langste paardentram van Europa en vestigden zich nog steeds meer mensen. Over het kanaal voeren jaarlijks zo’n 40.000 schepen op en neer, die sluis- en bruggelden moesten betalen en scheepsjagers inhuurden die met hun paard het schip voorttrokken. Cafés en winkels vestigden zich op kruispunten en handel en levendigheid nam toe. Pas in de jaren dertig van de twintigste eeuw werd het weer rustig op het Stadskanaal. De turf was vervangen door steenkool en vrachtvervoer over de weg had het gewonnen van de scheepvaart.”

DE ZEVEN MARKEN STEEN

In Drente zijn overigens ook restanten te vinden van een mysterieuze geschiedenis die veel verder terug gaat in de tijd, zoals de hunebedden aldaar. Zo was er ooit een ‘zevenmarkensteen’ in het gebied van de toenmalige grote landgemeente van Odoorn. Dit staat op Wikipedia over het dorp Odoorn. Deze steen duidt een zevenlandenpunt aan, waar de zeven boermarken bij elkaar kwamen. Het woord ‘mark’ is afgeleid van het oud-Nederfrankisch woord ‘marka’ wat grens betekent en duidt een grensgebied aan tussen twee landen. Denk ook aan iets ‘markeren’ (dus het afbakenen) en de boeren’markt’.

Een mark als landstreek was immers een afgebakend gebied, onverdeeld eigendom van de gezamenlijke bewoners van een dorp: het ‘markgenootschap’. De ‘markgraaf’ als regeerder van een mark, mocht een dergelijk gebied of deel daarvan niet belenen. En even een zijsprong: werden de markgraven aldaar (die leefden dus op stand) ook wel op z’n Gronings de ‘borg-heren’ genoemd?

WAAR IS HET?

De originele zevenmarkensteen is echter weg gehaald, en vervangen door een moderne variant. Nu kunnen wij ons afvragen: Hoe zag de originele zevenmarkensteen er uit? Was dat een soort van granieten kei, net zoals de steensoort van de hunebedden? Er zijn immers veel van dit soort zwerfkeien in Drenthe. En waarom is de originele steen daar weggehaald en waar is deze gebleven? En waar lag het nou precies?

NIEUW BORGER

Volgens Wikipedia ligt het huidige zevenlandenpunt in ‘De Kiel’ in de gemeente Coevorden in Drenthe, een aantal kilometers ten westen van Odoorn en Borger precies op de middenhoogte tussen de twee dorpen in.
De Kiel zou vernoemd zijn naar het kielvormige zevenlandenpunt. Voorheen heette De Kiel echter ‘Eeserveen’, ook wel ‘Nieuw Borger’ genoemd, en overlapte het de twee gemeenten Borger en Odoorn.
Volgens Google Maps ligt het iets hoger in de huidige gemeente Borger-Odoorn ten zuiden van Borger (op de weg tussen Borger en Odoorn). Daar is inderdaad een kielvormige markering te zien, althans in de witte grenslijntjes.

MARGARETHA KERK

In het dorp Odoorn is een Margaretha kerk (nu Nederlands hervormd), een rijksmonument waarvan het koorgedeelte nog afstamt rond 1200. Hier is mijn oma dus denk ik niet gedoopt, maar wellicht in een kerkje in Nieuw Weerdinge. Er zijn echter wel wat interessante gegevens te vermelden over de Margaretha kerk in het dorp Odoorn. Het bouwwerk is opgetrokken met materiaal dat zelden bij een kerk wordt aangetroffen, te weten grote granieten keien. Dit zijn volgens Wikipedia veldkeien (via gletsjer of ijskap meegevoerd, is de theorie die ik online vond). Dit graniet bestaat uit kwarts, veldspaten, amfibool en mica’s.

En de kerk is als enige kerk in de Benelux vernoemd naar de heilige Margaretha, toevalligerwijs mijn naamgenote wiens naamdag tevens mijn geboortedag is (20 juli), ook wel weer apart! Dat vind ik wel bijzonder omdat er ook Margaretha’s in de familielijn zijn van mijn opa Gerard Wilschut, wat mijn vader en moeder niet wisten toen zij mij mijn naam gaven. (Maarre, ik beschouw mijzelf nog niet als heilig hè!).

OEROUD HEIMWEE

Na alles wat mijn voorouders hebben meegemaakt, de roerige levenslopen… dat waren echt heel andere tijden. Wat is er sindsdien gigantisch veel veranderd. Maar de rust en eenvoud wat deze mensen van de fotos afstralen, van het plattelandsleven wat deze streek nog ademt van vroeger, daartoe voel ik een diep nostalgisch verlangen, een soort van oeroud heimwee.

Hartegroet,
Margreet Otto Wilschut

Als epiloog nog even een weergave van de stamboom zoals die zich nu heeft ontvouwd via de familie van mijn moeder’s moeder.

STAMBOOM

Onderstaande stamboom klopt ongetwijfeld niet helemaal, maar ik hoop dat nog bij te werken bij voortschrijdende inzichten, alsmede dit artikel. Dit is dus voor zo ongeveer. En deze is dus alleen via mijn moeder’s moeder nagegaan, mijn oma’s meisjes-achternaam is ‘de Goede’.
Veel heb ik kunnen herleiden van het diepgaande onderzoek en de heel boeiende geschiedschrijving van de Familie van der Kaag website.
Hieronder heb ik ook de naam Bieuwkjen steeds geaccentueerd, want deze naam komt zelfs 5 maal voor. Óók mijn moeder draagt deze naam, en is vernoemd dus naar haar oma en overgrootmoeder. En die weer op haar beurt het zelfde. Wat interessant om te ontdekken dat de naam Bieuwkjen zelfs terug gaat tot mijn oudbetovergrootouders! (IX-9). En de oudste andere namen behorende tot mijn voorouders gaan zelfs terug tot mijn stamgrootouders (XI-11) en stamovergrootouders (XII-12) (als ik het goed heb).

De stamboom is hier ingericht via een kwartierstaat, welke de opeenvolgende generaties verschillend benoemd, de telling gaat tot 20 (zie de romeinse cijfers voor elke generatie).

I-1 Proband:
Margreet Otto – Wilschut, Van Egmond, De Goede,
Dochter van
II-2 Ouders:
Anton Hendrik Otto
&
Bieuwkjen Jozina Maria Wilschut,

kleindochter van:
III-3 Grootouders (mijn opa&oma).

Gerard Wilschut
&
Alida de Goede

daarvoor:

IV-4 Overgrootouders:

Bieuwkje van der Kaap
&
Gerrit de Goede,

V-5 Betovergrootouders (via van der Kaap):

Johannes van der Kaap
(geb 13-09-1846 Marum)
&
Aaltje Zuidema.
(geb 24-6-1849 in Odoorn)

V-5 Betovergrootouders (via de Goede):
Jan de Goede (1821-1902)
&
Annigje Klaver
(1834-1888)

VI-6 Oudouders:

Gerrit Hendriks van der Kaap (beroep schoenmaker)
&
Bieuwkje Wijnalda (geboren te Surhuisterveen op 27-5-1826-1887, beroep naaister) (haar betovergrootouder is Eilert Wijnalda in de doopsgezinde kerk – ‘vermaning’, in Surhuisterveen).

VII-7 Oudgrootouders:
Elske van der Kaap
&
Hindrik Oeges
(in totaal 6 kinderen, de eerstgeborende van Elske is haar zoon Gerrit Hendriks van der Kaap van een ongehuwde relatie met Hindrik, haar overige kinderen zijn uit het huwelijk erna met Louwe van der Lei).

VIII-8 Oudovergrootouders:

Bieuwkje Gjalts Gjaltema (Kleindochter van Bieuwkjen Egberts)
&

Douwe Johannes Wijnalda.

IX-9 Oudbetovergrootouders:
Hepke Berends Buma
&
Bieuwkjen
Egberts.

Eilert Wijnalda

VIII-8 Oudovergrootouders:
Karst Jacobs  (Geboren 1770 in Tolbert -Groningen)
&
Roelfke Harms

“Op een enkele inwoner van Zuid-Afrika na, stammen alle Van der Kapen in Nederland en de rest van de wereld af van Karst Jacobs en Roelfke Harms. Deze Karst Jacobs, naar eigen zeggen geboren in 1770 in Tolbert (ten westen van de provincie Groningen), nam in 1811 de naam Van der Kaap aan. Daarmee was hij dus de eerste Van der Kaap. Waarom hij zich Van der Kaap noemde wordt uitgelegd op de pagina met informatie over de herkomst van de naam Van der Kaap”

X-10 Stamouders (?)
Hendrik Oeges Klinkert (geb 1796, vermoedelijke vader van Gerrit Hendriks van der Kaap)
Hendrik Oeges Klinkert (geb 20 dec 1796,  zoon van Clara Pieters Klinkert- weduwe van

XI-11 Stamgrootouders (?)
Clara Pieters Klinkert (gedoopt 1766 te Tolbert)
&
Hindrik Oeges (geb 1770 in Augustinusga of Leek)

Tot zover mijn stamboom van mijn oma (mijn moeder’s moeder).
Hieronder zie je hoe deze nog verder terug in de tijd wordt benoemd:

Het vervolg van de kwartierenstaat:
XII-12 Stamovergrootouders

XIII-13 Stambetovergrootouders
XIV-14 Stamoudouders
XV-15 Stamoudgrootouders
XVI-16 Stamoudovergrootouders
XVII-17 Stamoudbetovergrootouders
XVIII-18 Edelouders
XIX-19 Edelgrootouders
XX-20 Edelovegrootouders

Nog even, ik denk dat de tweede boerderij is verkocht na de tweede wereld oorlog. Daarna gingen Bieuwkjen en Hilbert in Dordrecht wonen. Overigens zou ik het echt heel leuk vinden als ik het adres of de plek van deze boerderij nog kan achterhalen. Dat was de aanleiding van mijn zoektocht en dit artikel, alhoewel het nu om de locaties van twee boerderijen gaat!

Terug naar: MENU

ANTON HENDRIK OTTO

ANTON HENDRIK OTTO

Dit is mijn vader Anton Hendrik Otto. Zijn roepnaam was Ton. Zijn eerste huwelijk was met mijn moeder Bieuwkjen Jozina Maria Wilschut. Hieruit zijn twee kinderen geboren, ik en mijn een jaar jongere broer. Na vijf jaar zijn mijn ouders gescheiden en is mijn vader opnieuw getrouwd. Uit dit tweede huwelijk zijn drie zonen geboren, derhalve mijn halfbroers. Alle broers zijn lange enden net zoals mijn vader. Ikzelf ben eigenlijk relatief klein uitgevallen in vergelijking, haha.

Ten tijde van deze foto van mijn vader was ik ongeveer 4 jaar. In zijn jonge jaren rookte hij.

Te zijner tijd zal ik nog wat meer fotos en tekst plaatsen hier over mijn vader. Op de overlijdenskaart stond een hele mooie tekst. En dat past hem precies.

Het gaat als volgt:

“Ik moet weer op zee gaan,
een goed schip en in ’t verschiet
Een ster om op aan te sturen,
anders verlang ik niet.”

– J.J. Slauerhoff

Liefde is voor Altijd
Margreet Otto

 

Terug naar het MENU

*******

PLENILUNIUM ARCHETYPUM

PLENILUNIUM ARCHETYPUM

Hou je van de aanblik van een volle maan bij heldere sterrenhemel? Dan vind je dit schilderij ook vast mooi. Het is getiteld ‘Plenilunium Pinxit ad Archetypum’. Dat is Latijns voor ‘Volle Maan Geschilderd als Archetype’. Het is gemaakt door Maria Clara Eimmarta (1676-1707), een Duitse astronome en ontwerpster. Zij graveerde de afbeelding met behulp van data afkomstig van telescopen uit haar vaders sterrenwacht, geanalyseerd door haarzelf en collega astronomen.

Mare
En hoe prachtig heeft zij de structuur en kraters van de maan weten vast te leggen! Terwijl ik deze bewonderde, maakte ik even een denkbeeldige reis door het verleden. Vroeger, in de tijden van weleer, dacht men dat de grote donkere vlekken van de maan zeeën waren (wat ze misschien ooit ook wel zijn geweest). Men noemde een maankrater ‘Mare’, en dat is afgeleid van het Latijnse (en Spaanse) ‘Mar’, wat ‘Zee’ betekent.

Het woord ‘Mare’ overdenkende, bleek dit enigszins verwarrend, aangezien het meerdere betekenissen heeft (ook in andere talen). In het Nederlands betekent ‘Mare’ bijvoorbeeld ‘Tijding’ in de zin van ‘Boodschap’, en ‘Gerucht’.

Voorts staat bij een tweede verklaring van Mare in het woordenboek het vervangwoord ‘Maar’. Dit is echter verouderd en in de hedendaagse taal niet meer in gebruik. Bovendien heeft het een andere etymologische oorsprong en is voor dit artikel niet relevant.

Echter elders in het woordenboek staan woorden die verwijzen naar Mare. Bijvoorbeeld ‘Ver’maard’, wat ‘Bekend’ betekent, zoals: ‘De schrijver is wijd en zijd vermaard’. Het kan ook ‘Beroemd’ betekenen. 1) Het vermaard zijn, 2) Een vermaard persoon. Daarna zegt het woordenboek ‘zie Mare’.

En in het oud Nederlands en Engels werd een ‘Meer’ ook als ‘Maere’ en ‘Mere’ benoemd, terwijl ‘Mare’ in oude geschriften ook als ‘Zee’ wordt aangeduid.

Mare Liberum
Het Latijnse ‘Mare Nostrum’ bijvoorbeeld, (geschreven: mar’ e nos’ trum), betekent ‘Onze Zee’, en het ‘Mare Liberum’ (mar’ e lib’ er um), wordt vermeld in een 17e eeuws manuscript welke is gepbubliceerd in 1609. Het is getiteld: ‘De Vrije Zee’, geschreven door advocaat, geleerde en schrijver Hugo Grotius, waarin hij pleit voor ‘Een vrije begaanbaarheid van alle zeeën, het recht voor alle volkeren’, (in opdracht van de VOC 1604-1606).

Overigens interessant om te vermelden is dat dit de basis vormde voor het internationale zeerecht waarbij voorop stond: ‘Vrije toegang, vrij reizen en vrije handel tot alle oceanen voor alle landen.’ Tot op de dag van vandaag wordt deze wet nog steeds toegepast voor alle internationale wateren, buiten de territoriale wateren en havens.

Meer
In sommige andere talen zijn de woorden ‘Zee’ en ‘Meer’ blijkbaar ook uitwisselbaar. Denk bijvoorbeeld aan het Duitse ‘See’, wat ‘Meer’ betekent, en vice versa: het Nederlandse woord ‘Meer’ wat in het Duits ‘Zee’ betekent. In het Frans is het ‘Mer’ (Zee).

In het Oud- en Middel Engels komt het ‘Mere’ ook in de betekenis van ‘Meer’ voor, en in het Oud Nederlands is dat ‘Maere’. Het betreft dan doorgaans een ondiep waterbekken wat omgeven is door landmassa. Een ‘Mare’ kan bijvoorbeeld ook een bergmeer zijn.

Krater
Zo’n meer kan zich ook hebben gevormd in de holle kratervormige top van een vulkaan die niet langer actief is. Zodra een vuurspuwende vulkaan is gedoofd, en de hitte van de aarde is afgenomen wordt de buitenste laag van de grond door het afkoelingsproces in zekere zin naar binnen gezogen, net zoals je dat ziet met het koken van een pudding, welke bellen pruttelt, en indikt nadat het van het vuur is gehaald.

En bij aarde en gestolde lava ontstaat er zo een krater. Deze holle kom vangt nu de regen op en vormt een mare. Interessant is ook dat zowel de zee als een meer in een maan- en vulkaankrater, beiden een ‘Mare’ worden genoemd.

Boodschap
Auteur Marieke de Vrij van stichting De Vrije Mare omschrijft een ‘Mare’ als volgt:
“Een Mare is een meer boven op een uitgebluste vulkaan, waarin de zon en maan schijnen en de getijden worden gespiegeld door een altijd veranderende sterrenhemel. Een Mare is ook een boodschap die rond kan gaan gonzen, in alle vrijheid.” 

Wat een prachtig beeld! En zoals eerder vermeld, geldt In het Nederlandse woordenboek Mare als ‘Tijding’, in de vorm van een bericht of nieuws (of een boodschap), en als ‘Gerucht’, in de betekenis wat er zoal van iemand of iets gezegd of gesproken wordt (van horen en zeggen). Het kan ook een onzekere tijding zijn, een mare, of een praatje. En dit overdenkende, maakt een combinatie van de betekenissen een Mare inderdaad tot een boodschap of bericht dat als het ware rond gonst.

Merrie
‘Mare’ is echter ook verweven in het woord ‘Maar’schalk’ met een geheel andere betekenis. Daar staat achter: (mare = merrie + scalc = knecht (oorspr) paardeknecht, later vorstelijk ambtenaar, … enzovoort.). Hier is het ‘Maar’ van ‘Maarschalk’ blijkbaar afgeleid van ‘Merrie’. Echter wordt in het woordenboek bij het woord Mare zelf, geen ‘Merrie’ vermeld. Maar… in het Engels is ‘Mare’ een Merrie! En het Engelse woord voor Maarschalk is ‘Marshal’. Dus wellicht is het een en ander toch aan elkaar gerelateerd. Nou dit was wel even een gepuzzel om uit te zoeken.

En het zou kunnen kloppen, want vroeger had een maarschalk de functie van een persoon die de ceremoniële aspecten van een bijeenkomst regelt om officieel een boodschap zijnde de ‘Mare’ te verkondigen. Dit werd doorgaans uitgevoerd door een dienaar, meestal de stalmeester, of door de hoogwaardigheidsbekleder aan een koninklijk hof.

Tijdingen
Zo brachten de maarschalken de ‘Maren’ als nieuwe tijdingen over aan de koningen en koninginnen en andere edellieden, die, indien van toepassing, ook aan het volk werden verkondigd, soms door de maarschalken op paarden met trompetten en vlaggen, die ook lange afstanden afgelegd konden hebben.

Stel je maar voor, toen was er nog geen internet, geen televisie of zelfs radio. En er waren, voor zover wij weten, geen andere vervoermiddelen dan het reizen te voet of te paard (soms ook via andere dieren).

Het Gonst
Daarom werd een ‘Mare’ her en der ook gezien en ervaren als ‘een boodschap die rond gonst’. Want vanwege het langzamere transport in die tijd, wat meerdere dagen of zelfs weken kon duren, verspreidde de boodschap zich soms bij elke tussenstop in het gebied er omheen, maar kon ook na proclamatie blijven rond gonzen en zo verder afgelegen gebieden bereiken.

Naar de Maan en weer terug
Echter tegenwoordig worden berichten zoveel sneller overgebracht, en ook nog eens op veel verschillende manieren. Maar helaas is er regelmatig slecht nieuws op televisie, radio en internet, ondermeer omdat veel waardesystemen op onze planeet uit balans zijn, of soms zelfs bedreigd worden.

Het zou fantastisch zijn als we er samen in kunnen slagen om vrijwillig voor het ware belang van planeet Aarde en de mensheid op te staan en te handelen. Zodat op een goede dag positieve tijdingen de overhand zullen hebben en we hoopvol de toekomst tegemoet kunnen gaan.

Maar ook nu is de maan er nog steeds voor ons, en als we een beetje geluk hebben, kunnen we bij een heldere sterrenhemel genieten van haar betoverende schijnsel!

© 2019 | Margreet Wilschut
www.margreetotto.net

OOGST MAAN

OOGST MAAN

Vandaag op zaterdag 14 september was het volle maan om 06:33 uur. Deze stond -volgens diverse internet bronnen- ook het verst weg van de aarde, met haar ‘apogeum’ punt op 406377 km afstand. Daarom zag deze micromaan er ongeveer 7% kleiner uit, en was zelfs 15% minder helder dan de gemiddelde volle maan!

Voor ons op het halfrond in het noorden, markeert deze maan ook het einde van de zomer.
’s Avonds verschijnen al de eerste tekenen van de herfst, met merkbaar afnemende daglichturen, terwijl reeds vooruit gesnelde frisse windvlagen van koelere stromingen, zich een weg marmeren door de nog warme lucht uit het zuiden, die we deze week hebben.

Aequinoctium Autumnale
Deze volle maan is ook vlak voor de equinox op maandag 23 september om 9:50 uur, wanneer de zon recht boven de evenaar staat. In het Latijn heet het ‘Aequinoctium Autumnale’, waarbij de zon precies in het oosten opgaat en in het westen ondergaat, terwijl dag en nacht even lang zijn. Ik vind de kalender en het radarwerk van ons hemels firmament altijd belangrijk!

Boeren zorgen er meestal voor dat hun laatste gewassen rond deze tijd worden geoogst, wat op de 23e september dus tevens het begin van de astronomische herfst is, omdat het aantal zonuren afneemt en de temperaturen ’s nachts kunnen dalen. Maar vóór de klimaatverandering, vond de eerste nachtvorst meestal pas halverwege November plaats, terwijl vorig jaar september 2018 de weergoden besloten om de nachtvorst een maand eerder dan gemiddeld te laten intreden.

Het woord ‘herfst’ zou overigens etymologisch wel eens verband kunnen hebben met het Engelse woord ‘harvest’. Maar of dat nog te herleiden valt weet ik niet, en bovendien, het is nog geen herfst! En hoewel juli en augustus belangrijke oogstmaanden zijn voor hooi en veel gewassen, buigen de takken van mijn jonge appelboompje nu echt onder het gewicht van de inmiddels roodgekleurde appels. Dus alles is goed. Daarnaast zouden we ook nog een ‘Indian summer’ kunnen krijgen, als de eerder genoemde goden besluiten om in ons voordeel te handelen.

Seizoenen?
En iedereen heeft het inmiddels wel gemerkt, tegenwoordig zijn de seizoenen minder karakteristiek en uitgesproken, vaker met grillige patronen van warmere winters en langdurige kou in het voorjaar, soms afgewisseld met het tegenovergestelde: hete zomerdagen in het vroege voorjaar.

En alhoewel ik van alle seizoenen houd, zou ik ze liever weer hebben zoals ze waren van vóór de klimaatverandering, die toen nog geen significante of ingrijpende impact had. Eerlijk gezegd, als het weerpatroon dan tóch veranderen moet, zou ik in plaats daarvan liever het grootste deel van het jaar de zomer verkiezen -en van de tropen hou ik ook-, met alleen de herfst voor één maand, en een goede koude en witte winter voor drie maanden, en dat is het dan wat mij betreft.

Nostalgisch gevoel
Maar nu is alles uit balans, en voor velen is er een nostalgisch gevoel van verlangen naar het seizoensgebonden weer van vroeger, maar is er ook een gevoel van verlies. Dat is voor degenen onder ons die reeds gealarmeerd zijn door de intense klimaatverandering met overstromingen en tegenovergestelde periodes van langdurige droogte en hitte, wat overal ter wereld gaande is. Wij kunnen misschien zelfs verdriet hebben, of stress ervaren, vanwege de vernietiging van grote natuurlijke habitats in vele delen van de wereld. Ik veronderstel dat we ons op de een of andere manier er toe zullen moeten verhouden.

Maar…
Laten we desalniettemin de laatste significante oogstmaand van deze zomer vieren, met een knipoog naar de herfst, want er is nog zoveel overvloed en goeds op deze Aarde! Er is zelfs ruim voldoende voor alle levende wezens, als wij dat zouden willen, en wellicht zouden kunnen veroorzaken.

Maar… willen en kunnen we dat ook?

© 2019 | Margreet Wilschut
www.margreetotto.net

*******

Painting – The Silver Apples Of The Moon, 2018
Acrylic on canvas 30.5 x 30.5 cm ~ Catherine Hyde