Vandaag was het bevrijdingsdag in Nederland. En gisteren keek ik samen met mijn moeder televisie naar de dodenherdenking op de Dam in Amsterdam. Dat hadden wij het jaar ervoor ook gedaan, en beide keren was het een nagenoeg lege Dam vanwege de vermeende pandemie die wereldwijd heerst. Dus het gaf een vreemd gevoel, want zo vrij voelen velen van ons in Nederland zich niet meer, als pak ‘m beet, iets langer dan een jaar geleden.
Maar toch was het wederom een bijzonder gebeuren, en ook mooi camerawerk, waarbij vanaf een hoog punt een overzicht van een gedeelte van het centrum rondom de Dam was te zien, en er zelfs een regenboog als een weliswaar gekleurde ‘silver-lining’ zich langs een donkere wolk aftekende. En tja, dat is dan toch wel heel speciaal. Een teken van boven, wat mij betreft, voor heel Nederland, en misschien zelfs wel voor heel de wereld.
Echter voor mijn moeder en mij was het dubbel speciaal, want wij herdenken in het bijzonder haar vader en mijn opa, die wij beiden in dit leven niet hebben gekend.
Een paar dagen ervoor, op 29 April, had mijn moeder zijn foto en afscheidsbrief op internet gevonden, wel apart, want dat is ook zijn geboortedag. En zo ontdekten wij, dat ook al is het 80 jaar na dato, het gemis er nog steeds is. Vooral voor mijn moeder uiteraard (en haar broer). Want tja, op 29 december 1942 is hun vader gefusilleerd op de Veluwe, na een jaar in de gevangenis gezeten te hebben in Scheveningen. Want hij zat in het verzet. En de afscheidsbrief die hij die dag had mogen schrijven voor zijn vrouw en kinderen, nou die is echt hartverscheurend!
En zo ontdekte ik vandaag ook voor het eerst, dat deze gevangenis waar hij zat, het Oranjehotel heet. Want zo werd het in die tijd genoemd, alhoewel het dus verre van een hotel was. Daar kan je hier wat meer over lezen: https://www.oranjehotel.org
Bijzonder voor mij, is dat ik ongeveer 10 à 15 jaar geleden van hem heb gedroomd. Hij verscheen in mijn droom, ik herkende hem niet, maar ik wist dat hij mijn opa was. En hij liet mij zien hoe hij was gefusilleerd. Er stonden iets van vijf of zeven mannen naast elkaar tegen een muur. En tegenover hen stonden evenveel soldaten, het was dus één op één. Ik zag het beeld van achter de soldaten, dus ik keek naar de muur. En toen het saldo werd afgegeven vuurden alle soldaten tegelijkertijd, en zag ik de mannen voor de muur in elkaar zakken. Daarna zei mijn opa dat hij helemaal niet bang was geweest en dat het heel snel voorbij was.
Het bijzondere vind ik dan ook, dat ik uit zijn afscheidsbrief kan opmaken, die ik dus pas vorige week voor het eerst zag, dat hij inderdaad niet bang was! Hij was meer bezorgd om mijn oma en zijn kinderen dan om hem zelf. Je kan echter aan de foto zijn droeve blik wel zien. En overigens kan ik me ook goed voorstellen dat hij niet bang was. Misschien was hij zelfs wel opgelucht, vanwege zijn noodgedwongen overgave aan het onontkoombare, na een jaar lang gevangenisschap in afschuwelijke omstandigheden. En ook nog eens om niets. Hij had niets gedaan, behalve zijn vrijheid verdedigen, en dat van zijn geliefden.
Nadat hij was doodgeschoten werd de brief samen met zijn bebloede kleding aan mijn oma afgegeven. Wat een drama. En wat een mentaliteit om het zo aan haar over te dragen. En om mensen zo in koelen bloede neer te schieten. Hoe zouden die soldaten zich gevoeld hebben die maar gewoon het bevel opvolgden? Hadden ze iets van gewetenswroeging? Hadden ze het besef dat ze niet alleen mijn opa van toen 28 jaar oud het leven ontnamen, maar tevens de vader van zijn kinderen, en de echtgenoot van zijn vrouw, en de opa van zijn vier kleinkinderen? Vast niet. Maar zó’n impact heeft het dus.
Bij deze onderaan dit artikel de (inmiddels vergeelde) brief (voor- en achterkant) en direct hieronder de brief in tekst getypt. En dat overlezende, bedacht ik, hij is 80 jaar geleden vermoord, maar daarmee in feite ook bevrijd. Bevrijd uit zijn gevangenschap welke een geestelijke marteling was. En wie weet, misschien is zijn executie toendertijd ook zo ongeveer gegaan als in mijn droom. Dromen zijn bedrog niet waar, maar toch! En wellicht voegde mijn oma zich vele jaren later bij hem toen ook haar tijd gekomen was. Daarom plaats ik dit artikel op bevrijdingsdag.
De brief van Gerardus Wilschut:
Dinsdag 29/12/’42
Mijn lieveling
mijn lieve jongens
Het is Dinsdag ± tien uur en ik heb
zojuist gehoord dat ons vonnis
heden middag om twee uur zal
worden voltrokken. Mijn liefste
lievelingen! Mijn laatste gedachten
zijn bij jullie geweest. Ik weet
nu haast niet wat ik schrijven
moet, maar ik hoop Lida, dat je deze
slag spoedig weer zal te boven
komen. Lieveling, zorg goed voor de
kinderen. Zoek na verloop van tijd
een goede vader voor hun op. Zeg,
Lida, heb vooral geen valsche hoop
dat ik misschien toch nog leef want
kind het is niet zo, hoor! Als je
dit briefje ontvangt dan ben ik er
niet meer! Voor mij is dit
niet zoo erg maar voor jullie
(vervolg achterzijde)
is het erger. Ja mijn schat
1942 is een slecht jaar voor je
geweest maar ik hoop dat het
nieuwe jaar voor jou en de kin,
deren beter zal worden. Kop
op, hoor! Het gaat je in je verdere
leven goed. Dag mijn lieveling, dag
lieve Patie, Dag lieve Bjoukje.
Lida groet allen van mij. Je zuster
en broers en ook je moeder, mijn
moeder, mijn Zusters en Broers,
Alle zwagers neven en nichten.
Lida mijn lieveling!! In
gedachten een allerlaatste omhel,
zing van je liefhebbende man
Gerard. Ik hoop dat je dit
zult kunnen lezen want mijn
hand beeft een weinig. Nu daag
Lida Dag lieveling Dag lieve
Patie en Bjoukje
Margreet Wilschut
https://margreetotto.net/nl/ bevrijd/
Terug naar het MENU