Als bomenwal rondom steden en langs snelwegen, zijn Coniferen de beste keus om meerdere redenen. Omdat de bomen groenblijvend zijn, behouden ze het hele jaar door bepaalde specifieke functies. Zo kunnen de bomen functioneren als buffer voor wind en geluid, maar ook eventuele en ongewenste ’trace chemicaliën’ tegenhouden door de dichtbegroeide groene kronen. Zulke deeltjes kunnen bijvoorbeeld roetdeeltjes van uitlaatgassen zijn, maar ook de microscopische slijtage van rubber autobanden, en daarnaast fabrieksuitsoot.
Zuurstofproductie
Bomen zijn ook een levensnoodzaak. Veel van de zuurstof die wij inademen is afkomstig van grote bossen in Europa, maar ook van andere werelddelen. Door de draaiing van de Aarde, bereikt de zuurstof die is geproduceerd in andere werelddelen, ons binnen een paar uren.
Maar met de intensieve boskap en het afsterven van zuurstof producerende algen in onze oceanen wegens watervervuiling, alsmede bosbranden op grote schaal wereldwijd, kan onze zuurstofvoorziening ernstig worden bedreigd. Er is dus alleen maar voordeel te behalen met de aanplant van bomen, zowel in de vorm van bossen, als ook in de vorm van boslandbouw en natuur inclusieve landbouw.
Natuurherstel
Naast de productie van zuurstof (O2), zuiveren bomen en bossen ook lucht middels opname van koolzuurgas (CO2), ontstaat er bodemherstel en wordt de watercirculatie in ons ecosysteem gehandhaafd. Dat gebeurt middels fotosynthese in het bladgroen, waarin onder invloed van zonlicht suiker wordt gevormd wat via de bastvaten door de hele boom heen wordt verspeid, en ook neerwaarts via de stam de wortels bereikt.
Tevens wordt door de wortels regenwater diep uit de grond opgezogen, en verloopt het watertransport opwaarts door de stam naar het bladerdak, en verdampt het water (H2O) aldaar naar gelang de temperatuur, via het bladgroen. Dit is dus een zelfregulerend mechanisme wat de water- en zuurstof kringloop in balans houdt. Zo dragen bomen ook bij aan een herstel van de etherische balans van de aarde-atmosfeer.
Bodemverrijking
Bodemverrijking vindt plaats vanwege de opbouw van een humuslaag en het myceleum in de loop der jaren. Dit ontstaat mede door de vallende bladeren in de winter die de bodem van voedingsstoffen voorzien. Ook perma-cultuur, waaronder de techniek van het snoeien en uitstrooien van takken over de bodem, en het laten liggen van afvalhout, geeft een verrijking van de grond.
Schaduwvorming
Last but not least, hoge bomen vangen veel wind, maar werpen ook hun schaduw af. Plaats deze bomen dus niet vlak bij huis of weg. Een richtlijn voor de minimale afstand zou kunnen zijn, de maximale hoogte van de volgroeide bomen. Zo is er ook bij storm minder gevaar wanneer ze omwaaien.
Logischerwijs worden bomen ook niet op plekken gezet waar je in hun slagschaduw juist overwegend zon zou willen. Anderzijds kunnen bijvoorbeeld voedselvoorraad schuren, hooibergen, komposthopen, uitoopweiden voor vee tijdens zomerhitte, of wát dan ook een eventuele bestemming zou kunnen zijn, juist heel goed gedijen in de halfschaduw.
Daarbij geldt dat in het noorden en oosten ten opzichte van het object (in dit geval de hoge bomen), alleen in de ochtenduren zonlicht is. Hoe dichterbij het hoge object (bijvoorbeeld de hoge bomen of het huis), hoe langduriger de schaduw voor de rest van de dag.
Temperatuur regulatie
Daarnaast zorgen bomen en bosvorming door de schaduwvorming onder het bladerdak ervoor dat dorpen en steden aangename temperaturen behouden bij hete zomers. In de bebouwde kom zijn Coniferen als heesters wellicht een uitkomst langs wegen, omdat deze lager zijn en soms ook meerstammig, dus minder snel omwaaien.
Anderzijds zijn er ook prachtige Groenblijvende loofbomen en verdienen deze misschien de voorkeur. Sommige Coniferen zoals de Taxus Baccata produceren bessen die niet eetbaar zijn voor de mens, en horen derhalve niet in stad of park thuis.
Conifeer bossen van Dennebomen en Ceders echter, vormen het gehele jaar door een habitat voor het dierenrijk, en zijn mooie recreatiegebieden voor de mens.
Groei
Coniferen groeien vooral in hun eerste levensjaren heel langzaam. Zij gedijen goed in de halfschaduw, wat is te zien aan dichtbegroeide authentieke oerbossen van slechts één Conifeersoort.
Bij jonge aanplant van bos, of voor een omheining, kunnen jonge bomen het beste op ruime afstand zig-zag voor elkaar worden geplaatst, en op zo’n onderlinge afstand dat er rekening wordt gehouden met de toekomstige volgroeide groene kronen die van alle kanten uitdijen en naar elkaar toegroeien. Dat is tevens per Conifeersoort verschillend. De kroon van een Fijnspar wordt hoog maar blijft smal in omvang, terwijl het groene dak van een Ceder of Den veel breder is.
De groei gaat overigens het best in de halfschaduw van andere bomen, en hiertoe kunnen ook sneller groeiende loofbomen dienen. Op de lange termijn echter dienen deze verwijderd te worden aangezien de twee verschillende loofsoorten niet goed naast elkaar gedijen. Een goede keus zou dan kunnen zijn een loofboom te kiezen voor de productie van hout.
Schuttinghoogte
Bij hoge ouderdom van Coniferen, of na langdurige periodes van aanhoudende droogte, worden de stammen soms kaal aan de onderkant door het afvallen van een paar onderste takken. Veel loofboomsoorten hebben overigens ook kale stammen en geen begroeiing aan de onderkant. Bij een omheining kan de zo ontstane doorkijk op ooghoogte, eventueel opgevangen worden met de aanplant van heesters en struiken en bomen die eenmaal volgroeid veel lager zijn, waardoor ook een dichte begroeiing op schuttinghoogte aanwezig is. Deze dienen echter op voldoende afstand van de Coniferen geplaatst te worden. Zo zou er bijvoorbeeld heel goed een weg tussen de verschillende soorten bomen aangelegd kunnen worden.
Recreatie
Bosaanplant vormt ook een verrijking van onze leefomgeving. Het geeft niet alleen een aangename groene aanblik het hele jaar door, maar vormt ook gelegenheid tot recreatie voor de mens! Niks fijner dan een boswandeling en de geuren opsnuiven van het bos.
Massale aanplant
Middels het nieuwe hectarebeheer zal massale bosaanplant versneld van start gaan, en wellicht het snelst gerealiseerd worden, omdat de grootst denkbare groep mensen zich er dan met passie en alle beschikbare vrije tijd voor inzet. Uiteraard kan dat ook meteen gebeuren in de huidige structuur overal waar ruimte beschikbaar is.
Maar stel je nou eens voor dat er in Nederland 1 miljoen hectaren (1.000.000 ha.) landbouwgrond beschikbaar worden gesteld voor beheer van hectare-units voor kleinschalige boerenbedrijven en families.
Waneer men gemiddeld 200 bomen per hectare plant en 50 fruitbomen, dan komen we uit op een aantal van 200 miljoen bomen. Want 200 bomen per hectare -of 250 bomen waarvan 50 vruchtbomen-, maal 1.000.000 ha. is in totaal 200.000.000 bomen!
En hoeveel bomen zouden dat op deze wijze wereldwijd kunnen zijn? Een biljoen bomen? Dat is een 1 met 12 nullen.
© 2019 | Margreet Wilschut
www.margreetotto.net
*******
Klik op een link voor het vorige of volgende deel:
CONIFEREN 1 – INTRODUCTIE
CONIFEREN 2 – FUNCTIE EN NUT
Lees verder:
CONIFEREN 3 – BLAD EN LOOF
CONIFEREN 4 – KEGELS EN STROBILI
CONIFEREN 5 – FAMILIES
CONIFEREN 6 – KWEKEN
CONIFEREN 7 – KIEMEN