BOERDERIJ ODOORN

BOERDERIJ ODOORN

BOERDERIJ IN DRENTHE

Mijn oma (mijn moeder’s moeder) heet Alida de Goede en is geboren in 1919 in Odoorn, Drenthe. Op de bovenstaande foto zie je de boerderij waar mijn oma ter wereld kwam. Echter waar deze precies staat in Odoorn of omstreken kon ik in eerste instantie niet achterhalen.

Een achternichtje van mij appte deze boerderij-foto (dat was in de eerste helft van 2021). Dat deed zij omdat ik haar vertelde dat ik graag zou willen weten waar precies mijn oma toendertijd woonde in Odoorn. En haar moeder had nog een oude foto van genoemde boerderij.

TANTE HENNY (HENDRIKJE)

Mijn achternicht is een kleindochter van een oudere zus van mijn oma. Deze zus ken ik als ‘Tante Henny’. En mijn tante is begin dit jaar (op 7 februari 2022) overleden. Zij was echter de enige die nog in kleuren en geuren had kunnen vertellen over deze boerderij, aangezien zij over de 90 is geworden en zij het huis in die tijd qua leeftijd dus bewust heeft meegemaakt.

Echter, wij als nazaten (kleinkinderen van onze oma’s) hebben daar helaas te laat aan gedacht! Maar mijn nieuwschierigheid was gewekt.

TWEE BOERDERIJEN

Inmiddels (eind december 2023) weet ik dat het om twee verschillende boerderijen gaat waar de ouders van mijn oma, en dus mijn overgrootouders ‘Gerrit de Goede’ en ‘Bieuwkjen van der Kaap’ hebben gewoond. En deze boerderijen zien er nagenoeg hetzelfde uit, waardoor het in eerste instantie door niemand is opgemerkt dat het om twee verschillende huizen gaat!

Het klopt dan ook dat bijna alle boerderijen in die tijd in die landgemeente in dezelfde stijl werden gebouwd, en zelfs nu zie je dat nog in die streek.

Van beide boerderijen heb ik fotos van gedeeltes van de boerderijen, maar om het extra moeilijk te maken, niet van dezelfde gedeeltes. Van de eerste oude boerderij zijn de voorgevel en rechter zijkant goed te zien. Van de tweede nieuwe boerderij zijn minder details zichtbaar. En omdat de vormen van de boerderijen nagenoeg het zelfde waren, werden het wel puzzelstukjes!

Zoals de verschillende schoorstenen die wel op dezelfde plek staan. Maar ook de dakpannen verschilden aan beide zijden. In eerste instantie overwoog ik dat zowel de schoorstenen als de dakpannen na verloop van tijd vervangen zouden kunnen zijn. Maar de bakstenen van de oude boerderij zien er ouder uit. Dat is dus de boerderij met mijn voorouders op de voorgrond, op de foto bijgaand dit artikel en hieronder.

Dit is de boerderij waar mijn oma geboren is in 1919. Deze stond in de provincie Drenthe, in het Valter Veen gebied. Het behoorde als landgemeente bij het dorp Odoorn. Het huidige dorp Valtherveen bestond toen nog niet.

Deze foto is gemaakt in 1909, dus mijn oma was toen nog niet geboren. Hier is haar moeder, de tweede van rechts, nog véél jonger dan op de foto van de nieuwe (tweede) boerderij in Nieuw Weerdinge waar het gezin naartoe verhuisde toen mijn oma één jaar was. Deze foto is verderop in dit artikel geplaatst.

Aan de raamposten waren de verschillen tussen beide huizen ook niet echt goed af te leiden. Maar gecombineerd met de familieleden die voor beide boerderijen zitten of staan, en data over hun verhuizingen, en geboorte jaren, heb ik zo het een en ander beter kunnen herleiden.

Deze eerste boerderij stond dus in het Valther Veen gebied, het Valtherveen of Valthermond, waarover later meer. Maar dit gebied is na ontginning van het veen veranderd. De foto van de boerderij is volgens vermoeden in de herfst van 1909 gemaakt. En zoals op de foto is te zien, was de boerderij toen al in verouderde staat en maakt een ietwat vervallen indruk.

De tweede nieuwe boederij stond in Nieuw Weerdinge en deze was aan een kanaal gevestigd. Mijn oma is daar opgegroeid vanaf haar eerste levensjaar tot aan het negentiende. Hier zit zij op de leuning van een brug over het kanaal samen met een broer en zus, met op de achtergrond rechts een gedeelte van de nieuwe boerderij.

Op het geboortebewijs van mijn oma staat aangegeven dat zij is geboren in Odoorn. En pas na zoeken op internet bleek dat dat dus óf het dorp Odoorn zou zijn, of de Landgemeente Odoorn (nu Borger-Odoorn). Toendertijd waren Valtherveen en Nieuw Weerdinge nog gehuchtjes of zelfs nederzettingen en werden door de ambtenarij niet geregistreerd.

Vandaar dat deze ook nog niet op de landkaart werden aangegeven. Dit weet ik omdat ik een aantal antieke kaarten van het gebied heb bestudeerd en zelfs op google maps heb geplaatst voor duiding van de geboortegrond van mijn oma. De eerste toen al oude boerderij bestaat niet meer, en of de tweede (nieuwe) boerderij er nog staat of is herbouwd is mij (nog) niet bekend.

VAGE HERINNERINGEN

Mijn moeder herkende echter niemand van de mensen die voor de oude boerderij staan. En zij had ook slechts vage herinneringen aan de boerderij, die zij op deze foto echter wel meende te herkennen. Maar nu weet ik dus dat zij bij de eerste boerderij in Valtherveen nooit is geweest. En dat zij het meende te herkennen komt dus omdat beide boerderijen er nagenoeg hetzelfde uitzien. Mijn moeder was ongeveer 4 jaar toen zij vlak na de 2e wereldoorlog voor de laatste keer de boerderij bezocht. Dat deed zij samen met mijn oma, waarmee zij samen met haar broer in Schiedam woonde.

Mijn moeders broer was daar overigens niet bij, want hij was als kleuter in het laatste jaar van de oorlog (1944-45) voor een jaar veilig in een gastgezin in Zweden opgevangen. Want mijn toen reeds gefusilieerde opa en mijn oma zaten in het verzet. Dus ik besloot online te gaan zoeken, en zo ontstond dit artikel.

KERSPEL ODOORN

Odoorn in die tijd was het hoofddorp van het kerspel Odoorn. Nou, wat is een kerspel ook al weer? vroeg ik mij af. Het woord kende ik wel maar niet meer de preciese betekenis. Dus dat zochten we op in het woordenboek: “Een kerspel is een door een pastoor bestuurde gemeente, thans parochie genaamd, en tevens een plattelands rechtsdistrict. In een meer algemene betekenis betekent kerspel ook dorp of landgemeente.”

Maar de parochie overheerste toendertijd, want mijn oma vertelde dat een deel van haar familie van ‘de zwarte kousenkerk’ was, waar zij afstand van had genomen. Dat betrof overigens vooral het toenmalige dogmatisme van de kerk.

En het zou kunnen dat dit zowel het geloof van haar vader betrof,
Gerrit de Goede, die gereformeerd was, alsmede haar doopsgezinde
moeder Bieuwkjen van der Kaap.

Maar in die tijd ging in die streek overigens iedereen in zo’n landgemeente naar de kerk. Ook de lagere school was aan de kerk verbonden. In het dorpje Odoorn was dit gevestigd in een bijgebouw van de kerk en namen de kinderen een blok turf als betaalmiddel voor het onderwijs mee (wellicht ook om de ruimte in de winter warm te houden). Mijn oma ging echter naar school in Nieuw Weerdinge.

IEDEREEN WAS BOER

En bovendien was tot ver in de 18de eeuw vrijwel iedereen in dit deel van Drenthe boer, inclusief de burgemeester, schoolmeester en dominee. Zo was wat wij tegenwoordig een ‘gemeentehuis’ noemen (‘gemeente’ en ‘huis’) doorgaans in een deel van een boerderij gevestigd. Dat was dan de boerderij als het ‘huis’ van de burgemeester. Daar werden dan zaken geregeld die het ‘al-gemeen'(dus ge-meente) belang dienden en waar afspraken daaromtrent werden vastgelegd.

GEMEENTE BORGER ODOORN

In 1998 zijn de 24 zelfstandige Drentse gemeenten omgevormd tot 12 nieuwe. De gemeente Odoorn is samen gegaan met de gemeente Borger en heet nu gemeente Borger-Odoorn. Nog uitgaande van het kerspel Odoorn, zijnde een landgemeente, overwoog ik ook tijdens mijn zoektocht dat de boerderij op de foto misschien in het dorp Valtherveen stond, wat tot de grote landgemeente Odoorn behoorde, en waar mijn overgrootouders Bieuwkjen van der Kaap en Gerrit de Goede hebben gewoond.

NIEUW WEERDINGE

Gelukkig noemde mijn moeder het dorp ‘Nieuw Weerdinge’ op een gegeven moment, het schoot haar ineens te binnen. Dáár gingen ze naar toe. En dit werd bevestigd toen ik opeens op één van de tientallen familiekiekjes op de achterkant deze dorpsnaam zag staan (verticaal).

En er staan plaatsnamen op: Kampen, Hasselt, Lichtmis, Dedem. Deze waren op de fietsroute die mijn opa Gerard Wilschut had opgeschreven. Hij had daar blijkbaar langs gefietst op zijn tocht van Schiedam naar Drenthe, Nw. Weerdinge.

Op de voorkant zie je de foto waarop twee jongemannen gehurkt zitten met cigaretten in hun handen. Het is een merkwaardige foto, het beeld is óf bewogen óf het zijn twee afdrukken over elkaar. Derhalve heb ik het niet geretoucheerd.

Op de achtergrond de muur van de tweede boerderij waar mijn oma woonde. Hier kan je ook goed zien dat de bakstenen er heel nieuw uit zien. Dit huis was toe dus pas gebouwd, met daarnaast een buur boerderij.

Links zie je mijn opa Gerard Wilschut  (geboren 1914). Wie de jongeman rechts is weet ik niet, wellicht een broer van mijn oma, ongeveer even oud als Gerard. Het zijn derhalve niet Gerrit de Goede junior of Jan de Goede. Blijft over Roelof Jan Johannes de Goede, maar dat is dus niet zeker.

En zijn er nou één of twee hondjes? In eerste instantie leek het er één die bewoog omdat de foto een overlap heeft. Maar ze zijn toch verschillend in beide beelden dan. Aan de muur links op de achtergrond is goed te zien dat de bakstenen er nieuw uit zien. Dit huis was toen dus blijkbaar pas gebouwd, met daarnaast rechts een buur boerderij.

ONLINE ZOEKTOCHT

Maar omdat mijn moeder dus geen van deze mensen op de oude boerderij foto herkende, begon ik mij steeds meer te verwonderen wie dat dan wel waren, en in welke tijd deze foto genomen is. Er van uitgaande dat mijn oma in deze boerderij geboren is, wat mijn achternichtje beweerde, en tevens haar moeder en mijn moeder bevestigden, en wetende dat mijn oma in Odoorn geboren en gedoopt is, en tevens al haar volle zussen en broers, besloot ik dus in eerste instantie online verder te zoeken. En dat leverde een aantal interessante resultaten op!

SLAPEN IN DE BEDSTEE

Het was vlak na de oorlog dat mijn moeder in één van de bedstee’s sliep die in de nieuwe boerderij in Nieuw Weerdinge aanwezig waren. Zij herinnerde zich nog de lakens kraakhelder wit, alles proper en strak gesteven en met luiken voor de bedstedes. Het maakte veel indruk op haar. Zij zelf kwam immers uit de stadse omgeving van Schiedam, en in die nieuwbouwwijken werden geen huizen met bedstedes meer gebouwd. Ook wist mijn moeder nog dat de toenmalige derde echtgenoot van háár oma, opa Botter, haar rondreed in een kruiwagen hélemaal rondom de boerderij heen, en zij dat als klein meisje van een jaar of vier, echt prachtig vond.

TWEEDE OF DERDE ECHTGENOOT?

Overigens wisten ik en mijn moeder in eerste instantie niet dat opa Botter de derde echtgenoot van mijn overgrootmoeder was. Dit was zowel verwarrend voor mijn moeder als mijzelf, aangezien wij hier nooit iets over hadden gehoord van mijn oma (of dat wij ons dat niet meer herinnerden). Echter blijkt dat uit de eerste twee huwelijken van mijn overgrootoma 12 kinderen zijn geboren (waarvan de eerste levenloos), maar toen Bieuwkjen van der Kaap voor de derde keer huwde (met Hilbert Botter) was zij al 65 jaar en kregen zij geen kinderen meer.

Overigens beweerde mijn oma altijd dat zij uit een gezin van 13 kinderen kwam, waaronder een aantal halfbroers of zussen (nu weet ik: uit de eerdere huwelijken van Bieuwkjen van der Kaap en Gerrit de Goede). Maar mijn oma had nóg meer stief -broers en -zussen, die toen zij nog jong was het huis verlieten.

OUDE ANSICHTEN

Ik begon mijn zoektocht met ‘Boerderij Odoorn’ in te typen en ‘1900’ en ‘1919’, en kwam ondermeer op deze site uit met drie interessante boekjes:

Odoorn in Oude Ansichten

Borger in Grootmoeders Tijd

Borger in Oude Ansichten

Deze heb ik nog niet aangeschaft, maar de begeleidende teksten zijn wel online te lezen. En zo krijg je al een beetje een beeld van die tijd, zo’n 100 tot 150 jaar terug, en qua tekst nog verder terug in de tijd, zoals het jaar 1381 waar in de registers en rekeningen van het bisdom Utrecht, Borger (van het huidige Borger-Odoorn) staat vermeld als ‘Borgheren’, zijnde het kerspel van Utrecht tot aan Borger: ‘Kerspel tot Borgheren’. En langer geleden in 1327-1376 heette Odoorn ‘Oderen’. En later ook: ‘Den borgen van Oideren’.

DE RIDDERSCHAP

Dit vond ik interessante geschiedenis over de streek en ik besloot hier nog verder op te zoeken. Het woord ‘borgheren’ is samengesteld uit ‘borg’ en ‘heren’. Het woord ‘borg’ heeft echter zo’n 20 betekenissen, maar in relatie tot ‘heren’ van ‘borgheren’ zijn dit de meest voor de hand liggende:
“Een Borg is de benaming voor historisch landgoed (huis en terrein), waarvan de oorsprong terug gaat tot een eigenaar die lid was van de ridderschap in de provincie Groningen. Het was tevens de Groningse benaming voor een (versterkt) adellijk huis, en ook werd het gebruikt voor een Groningse edelmanswoning (vroeger bezit van een `Ommelandse jonker`), in Friesland ook wel ‘state’ of ‘stins(e)’ geheten.”

De verwijzing naar het Groningse ridderschap en de Groningse terminologie zou heel goed kunnen, want het dorp Borger en het gebied erboven, ligt in het noorden van de provincie Drenthe en heeft daarmee verbinding met de provincie Groningen, terwijl Odoorn meer in het zuidoosten van Drenthe ligt in de buurt van Emmen.

VERBINDINGSLIJNEN

Een borg is tevens een dubbelgenomen stevig eind touw, staaldraad of ketting als tweede verbinding tussen twee voorwerpen, wellicht is dat ook symbool voor een borgpunt zoals bijvoorbeeld het zevenlandenpunt in de landsgemeente Borger-Odoorn (zie verderop in dit artikel bij ‘De Zeven Marken Steen’). Hier kwamen meerdere verbindingslijnen van zeven landgoederen van de heren-boeren samen, wellicht in het centrum van de diverse landgoederen. Dus misschien heeft het ook daar nog mee te maken. (Ook, als men iets waarborgt, dan legt men dat vast, dan gaat men daar voor staan, letterlijk was een landgoed of het bezit van de herenboer ook onderpand voor transacties).

FAMILIE VAN DER KAAP

Andere trefwoorden brachten me op een website over ondermeer de stamboom van de familie van der Kaap, wat dus ook de achternaam is van mijn overgrootmoeder. Zo ben ik er achter gekomen hoe de ouders van mijn overgrootmoeder heten.
Zie: Bieuwkjen van der Kaap.

IT FEAN

Mijn oudmoeder Bieuwkje Wijnalda is geboren in het dorp Surhuisterveen in 1826. Volgens de website van de Familie van der Kaap wordt het ook wel ’It Fean’ genoemd:

“Het ‘Fean’ bestond oorspronkelijk uit woeste onbewoonde veengronden ten zuiden van het dorp Surhuizum in de grietenij Achtkarspelen. In de zestiende eeuw kwam er steeds meer interesse in turf als brandstof wat tot gevolg had dat speculanten en beleggers interesse kregen in de venen. In 1517 kocht de rijke grootgrondbezitter Tjaard van Burmania, die in 1515 door Floris van Egmond tot ridder was geslagen, een deel van de venen, gelegen aan de Lits (bij Rottevalle) ten zuiden van Surhuizum. In de loop van de jaren vermeerderde hij dit bezit. Maar er kwamen ook andere kopers en in 1530 waren er ook turfgravers voor het convent Buweklooster zelf aan het werk.”

Hier nog wat interessante geschiedenis over
Borger, Odoorn en omgeving.

VALTHERVEEN

Het gebied waar de voorouders van mijn oma (van mijn moeder’s kant) woonden was één groot veenontginningsgebied van duizenden hectaren, met veenkoloniale dorpen, vooral in het oosten van de gemeente Borger-Odoorn. Veel plaatsnamen en streken aldaar zijn er naar vernoemd.

Op de kaart hieronder zie je 7 dorpen door mij toegevoegd op de afbeelding van een antieke kaart uit 1891. Valthermond en Nieuw Weerdinge (ten noorden en zuiden van het Valtherveen gebied, door mij geel gekleurd) stonden nog niet op deze kaart! Musselkanaal, Borger, Odoorn, Valthe en Emmen dus wel.

Valtherveen, waar dus de oude boerderij stond waar mijn oma is geboren, is geen naam van een dorp maar was oorspronkelijk dus de naam van het veengebied ‘Het Valther Veen’. Dit ligt ten oosten van het dorpje Valthe (in de geel gekleurde cirkel op de kaart), en was een horizontaal langgerekt hoogveen (geel gekleurd op de kaart) tussen Valthe en het dorpje Zandberg in Drenthe, op de provinciale grens van Drenthe en Groningen tussen de dorpen Musselkanaal en Ter Apel in.

Van hieruit is de eerste Valthermond onstaan (maar dit bestaat nu niet meer). De laatste twee genoemde dorpen zijn net over de grens in de provincie Groningen gesitueerd langs het grote Stadskanaal. (Mijn overgroot oma is geboren in Musselkanaal, en haar vader mijn betovergroot vader kwam uit Groningen).

HOE IS HET VEEN ONTSTAAN?

In eerste instantie dacht ik, en dat denk ik nog steeds, dat deze gebieden zijn ontstaan door oeroude wouden die daar gedurende millenia gegroeid hebben. Een aantal plaatsnamen aldaar eindigen ook met ‘woud’. En als deze wouden ontgind zijn, is mijn theorie, veranderden de voormalige bosgronden in veen.

WAD OF WOUD?

Maar op interent is ook de theorie te lezen dat de moerassen voor duizenden jaren een verlengstuk van het waddengebied zouden zijn geweest. Het woord ‘woud’ staat wellicht dan voor ‘wad’ zijnde een moeras. Maar toch betwijfel ik dat, want een zeebodem kan toch niet inklinken tot turf? Een zeebodem bestaat doorgaans uit zand. Of het zou ingedikt zeeslib moeten zijn, maar niet echt geloofwaardig.

Dus hoe ontstaat het veen en turf dan wel? Door slib van uitmondingen van rivieren en stroomgebieden? Omdat Nederland het laagst gelegen land is van het Europese continent? Zou kunnen. Wie het zeker weet mag het zeggen. Maar goed, dan zou je toch denken dat zo’n gebied al veel eerder meer civilisatie gehad zou hebben, met dat waardevolle turf als brandstof in die koude contrijen.

VEEN EN TURF

Maar wat is ‘veen’ of ’turf’ dan precies? Het veen ontstaat in natuurgebieden zoals bosrijke en vegetatierijke gronden. Door cycli in de natuur wordt laag na laag gevormd van afgestorven gebladerte, plantenresten en boomresten gedurende millenia. Zo ontstaat laag na laag een meters dikke humus grond. Het gewicht van de opgestapelde humuslagen perst de onderste lagen verder samen, waardoor het als massa wordt ingedikt.

Door regen of moerasvorming komt het gewicht van water op de toplaag daar nog bij. Daardoor wordt de grond tevens zuurstof arm. De halfverteerde resten van vezelrijke planten- en bomen in de bovenste lagen geven nog enige structuur aan de grond. Dat is in het geheel de veengrond.

Wanneer men het water uit deze grond weg laat lopen, wordt de veenlaag lichter en poreuzer en heeft het materiaal een bepaalde elasticiteit en veerkracht. Zou deze grond door de eeuwen heen echter nog verder ingedikt zijn, dan verwordt het veen tot bruinkool en houtskool. Het veen is dus een voorstadium van de laatste twee genoemde brandstoffen, maar is ook goed brandbaar. De veengrond werd aldus in blokken uitgestoken, wat men toendertijd handmatig deed met een schep. Eenmaal gedroogd vormt zich het brandbare turf.

Vooral de veengebieden van Groningen en Drenthe waren van impact op de omstandigheden in de tijd van mijn overgrootouders, alswel de jeugd van mijn oma. Toen men eenmaal systematisch met het uitgraven van het veen begon, was zogezegd het hek van de dam. Van heinde en verre kwamen er arbeiders naar de veengebieden voor hun broodwinning. Dit gebeurde in het noorden van Nederland in Friesland, Groningen en Drenthe.

WANNEPERVEEN

Zo ook mijn betovergrootvader die was geboren en getogen in het noorden van Overijssel te Wanneperveen. Gezien deze plaatsnaam kunnen wij constateren dat dat dus óók een veengebied was! Hij trok echter met zijn gezin naar Drenthe, wellicht in de verwachting op betere economische omstandigheden. En in Drenthe was volop werk. Dat zat zo.

HET STADSKANAAL

In de 16e eeuw was de stad Groningen begonnen met het laten afgraven van het veen ten behoeve van de vervaardiging van turf als brandstof. In 1615 werd de grens tussen de provincies Groningen en Drenthe definitief bepaald vanwege de veenontginning in beide provincies. Die bepaling van nodig want er was uiteraard verschil van mening over tot wie het grondbezit behoorde (niks nieuws onder de zon dus).

Vandaar dat de stad Groningen het plan bijstuurde voor het systematisch uitgraven van het veen. Hoe ging dat in zijn werk? In 1765 werd besloten tot de aanleg van een groot kanaal voor de distributie van het veen als turf. Dit zou van noord naar zuid lopen over het grondgebied van Groningen, en daarna verder naar beneden langs de provinciale grens van Groningen en Drenthe tot aan Ter Apel. Het liep zo’n beetje in het midden van de Groningse en Drentse veengebieden. Zo wilde de stad de opbrengsten van de veengronden uit beide provincies middels scheepvaart naar zich toe te trekken.

Halverwege de 18e eeuw werd er derhalve begonnen vanaf de stad Groningen met het uitgraven van dit zogeheten ‘Stadskanaal’. Deze werd maar liefst 38 kilometer lang, twee meter diep, en 8 meter breed! Het was een gigantisch project wat zo’n 100 jaar in beslag zou nemen (vanaf 1765 tot aan 1856). Er hebben honderden arbeiders aan gewerkt, die het kanaal handmatig met behulp van een schep uitgroeven. Dus, waar een wil is, is een weg, zou je kunnen denken!

DE TURFSCHIPPERS

Een aantal mannen van de beide Bieuwkjes (mijn overgrootmoeder en oudmoeder), alsmede hun vaders en voorvaderen, werkten ook in ‘it fean’. Zij  waren turfschipper op een schuit met zware vracht, dat was geladen bij de veen afgravingen, voortgeduwd met een poolstok door slootjes en kanalen, gelost op plaats van bestemming, en weer terug. Drenthe is er rijk en welvarend door geworden, het generaties lange zwoegen en arbeiden van deze mannen en vrouwen.

“Langs het Stadskanaal stonden moderne fabrieken, reed de langste paardentram van Europa en vestigden zich nog steeds meer mensen. Over het kanaal voeren jaarlijks zo’n 40.000 schepen op en neer, die sluis- en bruggelden moesten betalen en scheepsjagers inhuurden die met hun paard het schip voorttrokken. Cafés en winkels vestigden zich op kruispunten en handel en levendigheid nam toe. Pas in de jaren dertig van de twintigste eeuw werd het weer rustig op het Stadskanaal. De turf was vervangen door steenkool en vrachtvervoer over de weg had het gewonnen van de scheepvaart.”

DE ZEVEN MARKEN STEEN

In Drente zijn overigens ook restanten te vinden van een mysterieuze geschiedenis die veel verder terug gaat in de tijd, zoals de hunebedden aldaar. Zo was er ooit een ‘zevenmarkensteen’ in het gebied van de toenmalige grote landgemeente van Odoorn. Dit staat op Wikipedia over het dorp Odoorn. Deze steen duidt een zevenlandenpunt aan, waar de zeven boermarken bij elkaar kwamen. Het woord ‘mark’ is afgeleid van het oud-Nederfrankisch woord ‘marka’ wat grens betekent en duidt een grensgebied aan tussen twee landen. Denk ook aan iets ‘markeren’ (dus het afbakenen) en de boeren’markt’.

Een mark als landstreek was immers een afgebakend gebied, onverdeeld eigendom van de gezamenlijke bewoners van een dorp: het ‘markgenootschap’. De ‘markgraaf’ als regeerder van een mark, mocht een dergelijk gebied of deel daarvan niet belenen. En even een zijsprong: werden de markgraven aldaar (die leefden dus op stand) ook wel op z’n Gronings de ‘borg-heren’ genoemd?

WAAR IS HET?

De originele zevenmarkensteen is echter weg gehaald, en vervangen door een moderne variant. Nu kunnen wij ons afvragen: Hoe zag de originele zevenmarkensteen er uit? Was dat een soort van granieten kei, net zoals de steensoort van de hunebedden? Er zijn immers veel van dit soort zwerfkeien in Drenthe. En waarom is de originele steen daar weggehaald en waar is deze gebleven? En waar lag het nou precies?

NIEUW BORGER

Volgens Wikipedia ligt het huidige zevenlandenpunt in ‘De Kiel’ in de gemeente Coevorden in Drenthe, een aantal kilometers ten westen van Odoorn en Borger precies op de middenhoogte tussen de twee dorpen in.
De Kiel zou vernoemd zijn naar het kielvormige zevenlandenpunt. Voorheen heette De Kiel echter ‘Eeserveen’, ook wel ‘Nieuw Borger’ genoemd, en overlapte het de twee gemeenten Borger en Odoorn.
Volgens Google Maps ligt het iets hoger in de huidige gemeente Borger-Odoorn ten zuiden van Borger (op de weg tussen Borger en Odoorn). Daar is inderdaad een kielvormige markering te zien, althans in de witte grenslijntjes.

MARGARETHA KERK

In het dorp Odoorn is een Margaretha kerk (nu Nederlands hervormd), een rijksmonument waarvan het koorgedeelte nog afstamt rond 1200. Hier is mijn oma dus denk ik niet gedoopt, maar wellicht in een kerkje in Nieuw Weerdinge. Er zijn echter wel wat interessante gegevens te vermelden over de Margaretha kerk in het dorp Odoorn. Het bouwwerk is opgetrokken met materiaal dat zelden bij een kerk wordt aangetroffen, te weten grote granieten keien. Dit zijn volgens Wikipedia veldkeien (via gletsjer of ijskap meegevoerd, is de theorie die ik online vond). Dit graniet bestaat uit kwarts, veldspaten, amfibool en mica’s.

En de kerk is als enige kerk in de Benelux vernoemd naar de heilige Margaretha, toevalligerwijs mijn naamgenote wiens naamdag tevens mijn geboortedag is (20 juli), ook wel weer apart! Dat vind ik wel bijzonder omdat er ook Margaretha’s in de familielijn zijn van mijn opa Gerard Wilschut, wat mijn vader en moeder niet wisten toen zij mij mijn naam gaven. (Maarre, ik beschouw mijzelf nog niet als heilig hè!).

OEROUD HEIMWEE

Na alles wat mijn voorouders hebben meegemaakt, de roerige levenslopen… dat waren echt heel andere tijden. Wat is er sindsdien gigantisch veel veranderd. Maar de rust en eenvoud wat deze mensen van de fotos afstralen, van het plattelandsleven wat deze streek nog ademt van vroeger, daartoe voel ik een diep nostalgisch verlangen, een soort van oeroud heimwee.

Hartegroet,
Margreet Otto Wilschut

Als epiloog nog even een weergave van de stamboom zoals die zich nu heeft ontvouwd via de familie van mijn moeder’s moeder.

STAMBOOM

Onderstaande stamboom klopt ongetwijfeld niet helemaal, maar ik hoop dat nog bij te werken bij voortschrijdende inzichten, alsmede dit artikel. Dit is dus voor zo ongeveer. En deze is dus alleen via mijn moeder’s moeder nagegaan, mijn oma’s meisjes-achternaam is ‘de Goede’.
Veel heb ik kunnen herleiden van het diepgaande onderzoek en de heel boeiende geschiedschrijving van de Familie van der Kaag website.
Hieronder heb ik ook de naam Bieuwkjen steeds geaccentueerd, want deze naam komt zelfs 5 maal voor. Óók mijn moeder draagt deze naam, en is vernoemd dus naar haar oma en overgrootmoeder. En die weer op haar beurt het zelfde. Wat interessant om te ontdekken dat de naam Bieuwkjen zelfs terug gaat tot mijn oudbetovergrootouders! (IX-9). En de oudste andere namen behorende tot mijn voorouders gaan zelfs terug tot mijn stamgrootouders (XI-11) en stamovergrootouders (XII-12) (als ik het goed heb).

De stamboom is hier ingericht via een kwartierstaat, welke de opeenvolgende generaties verschillend benoemd, de telling gaat tot 20 (zie de romeinse cijfers voor elke generatie).

I-1 Proband:
Margreet Otto – Wilschut, Van Egmond, De Goede,
Dochter van
II-2 Ouders:
Anton Hendrik Otto
&
Bieuwkjen Jozina Maria Wilschut,

kleindochter van:
III-3 Grootouders (mijn opa&oma).

Gerard Wilschut
&
Alida de Goede

daarvoor:

IV-4 Overgrootouders:

Bieuwkje van der Kaap
&
Gerrit de Goede,

V-5 Betovergrootouders (via van der Kaap):

Johannes van der Kaap
(geb 13-09-1846 Marum)
&
Aaltje Zuidema.
(geb 24-6-1849 in Odoorn)

V-5 Betovergrootouders (via de Goede):
Jan de Goede (1821-1902)
&
Annigje Klaver
(1834-1888)

VI-6 Oudouders:

Gerrit Hendriks van der Kaap (beroep schoenmaker)
&
Bieuwkje Wijnalda (geboren te Surhuisterveen op 27-5-1826-1887, beroep naaister) (haar betovergrootouder is Eilert Wijnalda in de doopsgezinde kerk – ‘vermaning’, in Surhuisterveen).

VII-7 Oudgrootouders:
Elske van der Kaap
&
Hindrik Oeges
(in totaal 6 kinderen, de eerstgeborende van Elske is haar zoon Gerrit Hendriks van der Kaap van een ongehuwde relatie met Hindrik, haar overige kinderen zijn uit het huwelijk erna met Louwe van der Lei).

VIII-8 Oudovergrootouders:

Bieuwkje Gjalts Gjaltema (Kleindochter van Bieuwkjen Egberts)
&

Douwe Johannes Wijnalda.

IX-9 Oudbetovergrootouders:
Hepke Berends Buma
&
Bieuwkjen
Egberts.

Eilert Wijnalda

VIII-8 Oudovergrootouders:
Karst Jacobs  (Geboren 1770 in Tolbert -Groningen)
&
Roelfke Harms

“Op een enkele inwoner van Zuid-Afrika na, stammen alle Van der Kapen in Nederland en de rest van de wereld af van Karst Jacobs en Roelfke Harms. Deze Karst Jacobs, naar eigen zeggen geboren in 1770 in Tolbert (ten westen van de provincie Groningen), nam in 1811 de naam Van der Kaap aan. Daarmee was hij dus de eerste Van der Kaap. Waarom hij zich Van der Kaap noemde wordt uitgelegd op de pagina met informatie over de herkomst van de naam Van der Kaap”

X-10 Stamouders (?)
Hendrik Oeges Klinkert (geb 1796, vermoedelijke vader van Gerrit Hendriks van der Kaap)
Hendrik Oeges Klinkert (geb 20 dec 1796,  zoon van Clara Pieters Klinkert- weduwe van

XI-11 Stamgrootouders (?)
Clara Pieters Klinkert (gedoopt 1766 te Tolbert)
&
Hindrik Oeges (geb 1770 in Augustinusga of Leek)

Tot zover mijn stamboom van mijn oma (mijn moeder’s moeder).
Hieronder zie je hoe deze nog verder terug in de tijd wordt benoemd:

Het vervolg van de kwartierenstaat:
XII-12 Stamovergrootouders

XIII-13 Stambetovergrootouders
XIV-14 Stamoudouders
XV-15 Stamoudgrootouders
XVI-16 Stamoudovergrootouders
XVII-17 Stamoudbetovergrootouders
XVIII-18 Edelouders
XIX-19 Edelgrootouders
XX-20 Edelovegrootouders

Nog even, ik denk dat de tweede boerderij is verkocht na de tweede wereld oorlog. Daarna gingen Bieuwkjen en Hilbert in Dordrecht wonen. Overigens zou ik het echt heel leuk vinden als ik het adres of de plek van deze boerderij nog kan achterhalen. Dat was de aanleiding van mijn zoektocht en dit artikel, alhoewel het nu om de locaties van twee boerderijen gaat!

Terug naar: MENU

ANTON HENDRIK OTTO

ANTON HENDRIK OTTO

Dit is mijn vader Anton Hendrik Otto. Zijn roepnaam was Ton. Zijn eerste huwelijk was met mijn moeder Bieuwkjen Jozina Maria Wilschut. Hieruit zijn twee kinderen geboren, ik en mijn een jaar jongere broer. Na vijf jaar zijn mijn ouders gescheiden en is mijn vader opnieuw getrouwd. Uit dit tweede huwelijk zijn drie zonen geboren, derhalve mijn halfbroers. Alle broers zijn lange enden net zoals mijn vader. Ikzelf ben eigenlijk relatief klein uitgevallen in vergelijking, haha.

Ten tijde van deze foto van mijn vader was ik ongeveer 4 jaar. In zijn jonge jaren rookte hij.

Te zijner tijd zal ik nog wat meer fotos en tekst plaatsen hier over mijn vader. Op de overlijdenskaart stond een hele mooie tekst. En dat past hem precies.

Het gaat als volgt:

“Ik moet weer op zee gaan,
een goed schip en in ’t verschiet
Een ster om op aan te sturen,
anders verlang ik niet.”

– J.J. Slauerhoff

Liefde is voor Altijd
Margreet Otto

 

Terug naar het MENU

*******

BEVRIJD

BEVRIJD

5 MEI 2021

Vandaag was het bevrijdingsdag in Nederland. En gisteren keek ik samen met mijn moeder televisie naar de dodenherdenking op het Dam plein in Amsterdam. Dat hadden wij het jaar ervoor ook gedaan, en beide keren was het een nagenoeg lege Dam vanwege de vermeende pandemie die wereldwijd heerst. Dus het gaf een vreemd gevoel, want zo vrij voelen velen van ons in Nederland zich niet meer, als pak ‘m beet, iets langer dan een jaar geleden.

Maar toch was het wederom een bijzonder gebeuren, en ook mooi camerawerk, waarbij vanaf een hoog punt een overzicht van een gedeelte van het centrum rondom de Dam was te zien.

In het donkere wolkendek er boven tekende zich zelfs een regenboog af, weliswaar als een gekleurde ‘silver-lining’ langs een wolk waar de zon even door scheen. Maar dat is op zó’n moment dan toch wel héél speciaal. Een teken van boven, wat mij betreft, voor heel Nederland, en misschien zelfs wel voor heel de wereld.

Echter voor mijn moeder en mij was het dubbel speciaal, want wij herdenken in het bijzonder haar vader en mijn opa, die wij beiden in dit leven niet hebben gekend.

Een paar dagen ervoor, op 29 April, had mijn moeder zijn foto en afscheidsbrief op internet gevonden, wel apart, want dat is ook zijn geboortedag. En zo ontdekten wij, dat ook al is het 80 jaar na dato, het gemis er nog steeds is. Vooral voor mijn moeder uiteraard (en haar broer). Want tja, op 29 december 1942 is hun vader gefusilleerd op de Veluwe.

Daarvoor had hij een jaar in gevangenissen gezeten in Scheveningen en in Amsterdam. Want hij zat in het verzet en was opgepakt. En de afscheidsbrief die hij die dag had mogen schrijven in zijn cel voor zijn vrouw en kinderen, nou die is echt hartverscheurend! (verderop in dit artikel geplaatst).

Overigens zat hij samen met zijn vrouw Alida de Goede in het verzet, en nadat hij vermoord was en vermoedelijk daarvoor ook gemarteld, pakte zij het verzet weer op. Zij nam daarbij als alleenstaande moeder met twee kinderen grote risicos.

Vandaag ontdekte ik ook voor het eerst, dat deze gevangenis waar Gerard zat in Scheveningen, Het Oranjehotel heet. Want zo werd het in die tijd genoemd, alhoewel het dus verre van een hotel was.
Later werd Gerard overgeplaatst naar Het HvB een gevangenis in Amsterdam.

ÉÉN OP ÉÉN

Bijzonder voor mij, is dat ik ongeveer 10 à 15 jaar geleden van hem heb gedroomd. Hij verscheen in mijn droom, ik herkende hem niet, maar ik wist dat hij mijn opa was. En hij liet mij zien hoe hij was gefusilleerd.
Er stonden iets van vijf of zeven mannen naast elkaar tegen een muur. En tegenover hen stonden evenveel soldaten, het was dus één op één.

Ik zag het beeld van achter de soldaten, dus ik keek naar de muur. En toen het saldo werd afgegeven vuurden alle soldaten tegelijkertijd, en zag ik de mannen voor de muur in elkaar zakken. Daarna zei mijn opa dat hij helemaal niet bang was geweest en dat het heel snel voorbij was. Wie weet, misschien is zijn executie toendertijd ook zo ongeveer gegaan als in mijn droom. Dromen zijn bedrog niet waar? Maar toch!

Het bijzondere vind ik dan ook, dat ik uit zijn afscheidsbrief kan opmaken, die ik dus pas vorige week voor het eerst zag, dat hij inderdaad niet bang was! Hij was meer bezorgd om zijn vrouw en zijn kinderen dan om hem zelf. En overigens kan ik me ook goed voorstellen dat hij niet bang was.

Misschien was hij zelfs wel opgelucht, vanwege zijn noodgedwongen overgave aan het onontkoombare, na een jaar lang gevangenisschap in afschuwelijke omstandigheden. En ook nog eens om niets. Hij had niets gedaan, behalve niet gehoorzamen aan het kwaad en zijn vrijheid verdedigen, en dat van zijn geliefden.

ALIDA VERTELT

Onderstaand een gedeelte uit een artikel van de Schiedamse Vrouwenkrant, derde jaargang nr. 4 1985.
Mijn oma Alida de Goede Wilschut vertelt hier over het verzetswerk van haar man Gerard Wilschut en van haarzelf  (Alida wordt bij de achternaam van haar tweede echtgenoot genoemd, voor dit artikel echter aangepast met haar eerste trouwnaam en meisjesnaam).

Alida Wilschut de Goede:

“Hij werkte ook geheim, ik heb tijdens de oorlog nooit geweten wat hij deed. Ik had wel mijn vermoedens, natuurlijk. Maar ik vroeg er niet naar, hij vertelde er niks over. Dat was toch ook veel te gevaarlijk.

Negenentwintig december 1942 ben ik nog naar hem toegegaan, in de Amsterdamse gevangenis. Maar de cipier zei: “Weet je het dan niet, hij is weg. Op transport gesteld, met alle anderen”. Nou, toen wist ik het wel, natuurlijk. Ik ben weer terug naar huis gegaan. Een paar weken later kreeg ik inderdaad een brief van de Duitsers….”

In een verklaring aan Stichting 40-45 vertelde mijn oma dat zij deze HvB gevangenis aan het Kleine Gartmansplantsoen te Amsterdam 2 à 3 maal heeft kunnen bezoeken (zij woonde toen in Schiedam). Haar laatste bezoek was dus toen de Cipier tegen haar sprak en haar vroeg of ze niet van het transport wist. Later bleek dat Gerard op die bewuste dag om het leven was gebracht. Hij is geëxecuteerd op de Veluwe.

Ook stond in het verslag van haar gesprek met Stichting 40-45 nog iets over de arrestatie van Gerard het jaar ervoor, in de nacht van 10/11 februari 1942 in hun woning te Schiedam.

De arrestatie werd uitgevoerd door
Nederlandse politiemensen in samenwerking met
‘Duits sprekende personen’. Er vonden volgens het bericht tijdens de arrestatie geen mishandelingen plaats.

Maar dat is later misschien wel gebeurd tijdens zijn gevangenschappen in Scheveningen, Amsterdam en op de Veluwe. De moffen wilden immers dat zij elkaars verzetsvrienden zouden verraden.

Onlangs vertelde mijn moeder haast fluisterend dat haar stiefvader haar vertelde dat hem ter ore was gekomen dat de verzetstrijders gemarteld waren alvorens zij werden gefusieerd. Een door haar decennia lang bewaard geheim. Naar verluidt waren zij in een houten ton gestopt, waarna er rondom grote spijkers in werden geslagen. Vervolgens lieten zij deze houten vaten van een heuvel afrollen.

Of dit waar gebeurd is, weet ik niet, en of mijn opa dat heeft moeten ondergaan weet ik ook niet. Er is misschien wel iets van waar. Wat een afgrijselijk drama. Dat mensen tot zoiets in staat zijn gaat mij boven mijn pet.

DE AFSCHEIDSBRIEF

Nadat hij was doodgeschoten werd zijn afscheidsbrief samen met zijn bebloede kleding aan mijn oma in Schiedam afgegeven. Hoe weerzinwekkend. En wat een mentaliteit van die officieren om zijn bebloede kleding zo aan zijn echtgenote over te dragen. En uberhaupt om mensen in koelen bloede neer te schieten.

Hoe zouden die soldaten zich gevoeld hebben die maar gewoon het bevel opvolgden? Hadden ze iets van gewetenswroeging? Hadden ze het besef dat ze niet alleen mijn opa van toen 28 jaar oud het leven ontnamen, maar tevens de vader van zijn kinderen, en de echtgenoot van zijn vrouw, en de opa van zijn vier kleinkinderen? Vast niet.

Maar zó’n impact heeft het dus. Mijn oma heeft er een levenslang trauma aan overgehouden, waar zij overigens nooit iets van liet merken. Het ‘niet spreken’ en ‘zwijgen’ hield zij immers ook na de oorlog nog lang in stand, omdat je niet wist wie je vertrouwen kon, ook na de oorlog niet. Men wist toen immers ook niet of de oorlog na de bevrijdingsdag nog weer terug zou kunnen komen. De afschrikwekkende methoden van de Nazi’s en hun barbaarse gedrag hadden uiteraard hun sporen nagelaten.

Hieronder de (inmiddels vergeelde) afscheidsbrief (voor- en achterkant) en direct daaronder de brief in tekst uitgetypt.
En dat overlezende, bedacht ik, hij is 80 jaar geleden vermoord, maar daarmee in feite ook bevrijd. Bevrijd uit zijn gevangenschap welke een geestelijke marteling was. Maar door zijn verzet, en ook het verzet van zijn vrouw,
ZIJN WIJ BEVRIJD. Vandaar de titel van dit artikel.

De brief van Gerard Wilschut:

De tekst loopt door op de achterkant van de brief,
hieronder ook uitgetypt:


Dinsdag 29/12/’42

          Mijn lieveling 
         mijn lieve jongens
Het is Dinsdag ± tien uur en ik heb
zojuist gehoord dat ons vonnis
heden middag om twee uur zal
worden voltrokken. Mijn liefste
lievelingen! Mijn laatste gedachten
zijn bij jullie geweest. Ik weet
nu haast niet wat ik schrijven
moet, maar ik hoop Lida, dat je deze
slag spoedig weer zal te boven
komen. Lieveling, zorg goed voor de
kinderen. Zoek na verloop van tijd
een goede vader voor hun op. Zeg,
Lida, heb vooral geen valsche hoop
dat ik misschien toch nog leef want
kind het is niet zo, hoor! Als je
dit briefje ontvangt dan ben ik er
niet meer! Voor mij is dit
niet zoo erg maar voor jullie

(vervolg achterzijde)

is het erger. Ja mijn schat
1942 is een slecht jaar voor je
geweest maar ik hoop dat het
nieuwe jaar voor jou en de kin,
deren beter zal worden. Kop
op, hoor! Het gaat je in je verdere
leven goed. Dag mijn lieveling, dag
lieve Patie, Dag lieve Bjoukje.
Lida groet allen van mij. Je zuster
en broers en ook je moeder, mijn
moeder, mijn Zusters en Broers,
Alle zwagers neven en nichten.
Lida mijn lieveling!! In
gedachten een allerlaatste omhel,
zing van je liefhebbende man
Gerard. Ik hoop dat je dit
zult kunnen lezen want mijn
hand beeft een weinig. Nu daag
Lida Dag lieveling    Dag lieve
                          Patie en Bjoukje

Tja, daarover hoef ik verder niets meer te zeggen.

MET MILITAIRE EER BEGRAVEN

Gerard Wilschut is na de oorlog met militaire eer op de Schiedamse Algemene Begraafplaats herbegraven. Dat gebeurde op 3 december 1945, samen met drie andere Schiedammers.

Barend Gerrit Hazenkamp werd terechtgesteld wegens het illegaal drukken van het ondergrondse blad Het Parool. Antoon van de Kleij en Jan van Pelt behoorden ook tot hen die op 29 december 1942 te Amersfoort door de Duitsers zijn doodgeschoten.

De Binnenlandse Strijdkrachten (BS) vormden een erewacht. De erewacht staat voor de kist van mijn opa, daarin zullen slechts zijn beenderen zijn geweest 3 jaar na dato. Gedurende deze jaren in de oorlog was het mijn oma niet bekend waar zijn stoffelijk overschot verbleef. Dat is pas later gevonden.

Burgemeester K. Bosch was woordvoerder in de rouwkapel. Op vrijdag 30 november en zaterdagochtend lagen de overledenen opgebaard in de kapel van het voormalig St. Jacobsgasthuis.

Gerard Wilschut maakte deel uit van een Schiedamse Waarheidsgroep. In die tijd was ook een krant genaamd ‘De Waarheid’.
In het krantenartikel van de Schiedamse Vrouwenkrant staat zijn groep vermeld als Geuzengroep , maar dat is met blauwe balpen tussen haakjes gezet. Dus ik weet niet of dit een aantekening van mijn oma was.

Er staat bij dat de straatnamen in de geuzenwijk van Woudhoek Noord te Schiedam herinneren aan leden van deze groep verzetsstrijders die in ’41-’42 is opgerold. Op de bovengenoemde website via de link Geuzengroep, is informatie over het geuzenverzet opgenomen. Mijn opa staat hier (nog) niet bij vermeld, maar behoorde tot een zelfde soort groep genaamd de Waarheidsgroep.

DE TYRANNIE VERDRIJVEN

Vele jaren na de oorlog ontving mijn oma een medaille voor Gerard omdat hij ‘het land verdedigd’ had, zullen we maar zeggen.
Het is het verzetsherdenkingskruis. En er staat een prachtige tekst op de medaille: ‘DE TYRANNY VERDRYVEN’

Het is een schitterend ontwerp met zo’n vlammend zwaard. In gedachten zag ik er lichtende diamantjes van af fonkelen. Voor mij staat dat voor het geestelijk zwaard dat mijn opa heeft gehanteerd, wat hij met zijn leven heeft moeten bekopen.

Het staat voor mij symbool voor onderscheidingsvermogen, en het juiste handelen daarnaar. En zo kan door onze acties, zoals het weigeren om medewerking te verlenen aan zaken die niet door de beugel kunnen, eveneens onze toekomst bepaald worden.

Een dag later nadat ik dit schreef ontdekte ik ‘uit de oude doos’ ook nog een dubbele kaart wat de toekenning beschrijft in 1985 van het verzetsherdenkingskruis aan wijlen Gerard Wilschut. Op de achterkant staat de symboliek van het kruis beschreven, en dat komt aardig overeen met de indruk die ik van het ontwerp kreeg:

“In de vormgeving van het Verzetsherdenkingskruis is het verzet tegen de bezetters van het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de Tweede Wereldoorlog tot uitdrukking gebracht.

De achtergrond van dat verzet, in al zijn verscheidenheid, wordt weergegeven door de tekst in de horizontale balk
-de tyranny verdrijven- die is ontleend aan het zesde couplet van het Wilhelmus.

Het vlammende zwaard in de verticale balk verzinnebeeldt zowel de slagvaardigheid van het gewapende verzet, als het vuur van het geestelijke verzet.

De kleuren van het aan het kruis verbonden lint symboliseren de eenheid van Nederland en het Huis van Oranje, temidden van de duisternis en de rouw, die de bezetters over de bevolking van het Koninkrijk deden neerdalen.”

Een mooie tekst. De zilveren medaille zal echter ooit vergaan, maar een lichtend zwaard straalt eeuwig. En op de korte termijn was het geleden leed met geen medaille goed te maken. Het leed voor Gerard zelf, voor zijn vrouw en kinderen, overige familieleden, en in mindere mate ook nog voor zijn kleinkinderen waaronder ondergetekende. Bovendien, er zijn er zovelen omgekomen in de oorlog waarvan hun vele goede daden onvermeld zijn gebleven.

Mijn oma Alida de Goede heeft ook verzetswerk gedaan.
Lees hier het tweede deel van BEVRIJD.

Margreet Wilschut

https://margreetotto.net/nl/ bevrijd/

Terug naar het MENU

APPELMOES

APPELMOES

Begin oktober heb ik wat fruit geoogst van mijn fruitbomen die ik 2 jaar geleden in een heel jong stadium had geplant. Dat deed ik bewust met mijn kleinkinderen in gedachten. Uiteraard hoopte ik dat ze er ooit, in de verre toekomst, de appels en peren van zouden kunnen plukken.

Ook heb ik een druif geplant en verschillende bessenstruiken. Ik had toen maar één kleinzoon, die ik een jaar later reeds een appel van de boom kon laten plukken, niet wetende dat ik na nóg weer een jaar, ook mijn 2e kleinkind een appel kon geven, die ik hier in mijn hand heb. Wat een wonder dat mijn ​​wens zo snel uit gekomen is!

Familie Landgoed
Een andere wens is om de fruitbomen te herplanten op een hectare land, dat dan mijn ‘familie-domein’ is. In de Nederlandse taal omvat het woord ‘familie’, zowel het gezin, maar ook de uitgebreide versie van alles wat ermee te maken heeft, dus verwanten en aanverwanten. Bovendien omvat het ook onze voorouders, stamboom, en toekomstige generaties.

Het alomvattende woord in het Engels hiervoor is ‘Kin’. Men zegt dan ‘Kin-domain’ als men het heeft over een familie landgoed of ‘familie domein’. Zelf prefereer ik ‘familie landgoed’, want het land is goed. Het is immers ook voor mijn kinderen en kleinkinderen om gelukkig te leven op zo’n land, als zij en God het willen. Wie weet komen er zelfs nog meer generaties!

Het schilderij
Op dezelfde dag dat ik deze appel samen met wat peren heb geoogst, maakte ik ook de foto bij dit artikel. Ik deed dat voor een schilderij in mijn woonkamer. Het hangt er al bijna twee decennia. Want opeens zag ik een opvallende overeenkomst met de appels en peren op het schilderij. Ze zagen er precies hetzelfde uit! En dit bracht ook herinneringen terug. Ik erfde dit schilderij van mijn oma, die het ook jarenlang in haar huiskamer aan de muur had hangen.

 

Appelmoes
Mijn zoon voerde zijn zoon en dochter de appelmoes die ik twee weken later bij hem thuis maakte. En heb ik op de foto gezet terwijl ze het aten. Voor toekomstige referentie, heheheh.
Ter uwen informatie, mijn kleindochter van 7 maanden at dus het hele bordje leeg, en mijn 2 ½ jaar oude kleinzoon voerde een deel ervan aan zijn dinosaurus in teddybeer stijl, dat bijna net zo groot is als hijzelf. Oh, mijn zoete snoetjes! Die onschuldige blikken in de ogen van mijn kleindochter en kleinzoon. Het was allemaal goed.

Herinneringen
Terug naar het schilderij. Ik herinner me nog levendig hoe ik als kind naar het schilderij keek en het mooi vond. Het hing boven de bank. En aan de zijkant van die muur was een nis waar ook nog een kleiner schilderij hing dacht ik, de achterwand daarvan was fel oranje gekleurd. Ik herinner me dit omdat het vroeger vrij ongewoon was om zulke kleuren in huis te hebben. Maar de vriend van mijn oma was interieur-architect en hield van gedurfde kleurcombinaties en modern design. Hij was toen zijn tijd aardig vooruit.

De Schilder
Mijn oma vertelde me hoe haar tweede echtgenoot het schilderij had gemaakt. Daar hadden ze heel weinig budget voor (een paar jaar na de 2e wereldoorlog was er nog veel soberheid). Zo beeldde hij het fruit uit dat bij hen in de fruit schaal lag, en de roze en paarse bloemen die mijn oma reeds jarenlang in haar vensterbanken had staan.

Laatste Guldens
Ze vertelde me hoe ze zelfs hun laatste guldens (de euros van toen), aan de verf en het canvas uitgaven. Ze hadden geen geld meer voor een mooie lijst, die tot op de dag van vandaag nog steeds een grijze basisverf heeft. (Ik hoop het ooit in een mooie parelmoer lijst te plaatsen, die goed bij het schilderij past).

Mijn 2e opa heeft nog meer schilderijen gemaakt waarvan er nog een paar in de familie zijn, en een beetje poëzie. Maar ik had geen sterke band met hem. We kwamen in die periode maar weinig op bezoek omdat we twee uur rijden bij hen vandaan woonden.

 

Meer details
Of de fles op het schilderij gevuld is met water of wijn weet ik niet meer. Ik weet nog dat ik het aan mijn oma vroeg. De gordijnen erachter verzon hij er zelf bij zei ze. En interessant genoeg waren de afgebeelde bloemen van een andere kwaliteit dan hoe we ze vandaag zien. Het waren van die Afrikaanse viooltjes met dikke bladeren die bedekt zijn met een fluwelen textuur. Ze zorgde jarenlang voor ze. Gaf ze elke dag water. Mijn oma hield veel van bloemen, net als ik.

En of hun appels en peren zo goed smaakten? Ik denk van wel. Veel daarvan werden in die tijd nog biologisch geteeld op het platteland. Maar de mijne zijn nu van eigen bodem van mijn tuin en smaakten absoluut fantastisch!

Verlies
Mijn oma had niet veel geluk in het leven, want ze verloor haar eerste echtgenoot tijdens de 2e wereldoorlog toen hij 28 jaar jong was. Hij werd vermoord door Duitse soldaten. Ze arresteerden hem, ik denk ongeveer twee weken nadat mijn moeder was geboren. Oh mijn God, hij heeft haar tenminste nog in zijn armen gehouden! Maar na zijn arrestatie hebben ze hem een ​​jaar in de gevangenis gezet in Scheveningen en vervolgens in 1942 op de Veluwe doodgeschoten (in de buurt van Amersfoort).

Het Verzet
Het was omdat hij in het verzet zat. En na zijn arrestatie ging mijn oma daar mee door. Wel, we weten nu wat er met miljoenen mensen is gebeurd in deze oorlog! En zoals we ook allemaal weten, wist niemand destijds dat het zo erg zou worden.

Mijn oma heeft trouwens nooit één slecht woord over de Duitsers gesproken. Ik heb haar daarnaar gevraagd. ‘Hoe komt het dat je niet boos bent?’ Ze vertelde me dat er ook heel veel goede Duitsers zijn.

Sfeerbeeld
Mijn moeder is geboren in Schiedam tijdens de bombardementen van het nabijgelegen Rotterdam in 1941. Mijn oma vertelde me dat het een bijzondere ervaring was om te bevallen terwijl de stad werd gebombardeerd, en het een gigantisch lawaai was. Om maar even een sfeerbeeld van die tijd te geven.

De tweede echtgenoot van mijn oma (de schilder) had een auto-ongeluk. Hij nam per vergissing een afslag op de snelweg in de tegenovergestelde richting. Hij stierf ter plekke of kort daarna in het ziekenhuis. Hij had veel negatieve herinneringen aan de oorlog, en had er moeite mee om ermee om te gaan. Maar na de oorlog had hij een goede positie als sales promotor bij een autobedrijf.

Verdriet
Mijn oma vertelde me dat ze gedurende 2 jaren na zijn ongeluk non-stop huilde en twee pakjes sigaretten per dag rookte. Daarbij stak ze de ene sigaret op in de woonkamer, terwijl de andere nog in de keuken lag te smeulen op een asbak. Gelukkig stopte ze met roken (van de ene op de andere dag) nadat ze besefte dat het haar niet veel hielp, en ze geen medelijden meer met zichzelf wilde hebben. (Evengoed, ga er maar aan staan zeg).

De derde levenspartner van mijn oma (de architect) waarmee ze niet getrouwd was, stierf aan kanker. Het was tragisch om hem te zien lijden, maar ook om te zien hoe mijn oma opnieuw door al dit verdriet ging.

Liefste vrouw ooit
Desalniettemin was mijn oma, ondanks alles, de meest liefdevolle persoon op aarde. Ze hielp echt iedereen waar ze maar kon. Als alleenstaande moeder van haar zoon (mijn oom) en haar dochter (mijn moeder) bood ze bijvoorbeeld in het geheim onderdak aan drie Joodse mensen en een Nederlander (voor kortere tijd) in de oorlog.

Ook was ze zeer gastvrij wanneer ze gasten ontving voor koffie of maaltijden. Haar achternaam heette ‘De Goede’. En dat was ze echt. Ik heb de rest van mijn leven nog nooit iemand ontmoet die zo lief is als zij. En anders is het mijn moeder wel.

Mijn Oma’s Antwoord
Op een dag, toen ik haar daar naar vroeg, vertelde ze me hoe ze met alles was omgegaan. Ze zei dat ze dankbaar was de LIEFDE gekend te hebben. Ze zag mijn moeder worstelen met nieuwe relaties na haar scheiding (ten tijde van de scheiding was ik 4). Daarna waren we meerdere malen verhuisd, soms vanwege een nieuwe relatie of na de beëindiging er van. Dus die waren helaas niet bestendig, al waren er gelukkig ook veel goede momenten.

Omdat ik van de teloorgang steeds getuige was, had ik nogal te doen met mijn moeder. In ons gesprek gaf mijn oma verdere opheldering: “Margreet, het is beter de liefde te hebben gekend maar dat verloren te hebben, dan helemaal geen liefde te hebben gekend.”

Herkenning
Hiermee erkende mijn oma in zekere zin ook het leed van mijn moeder, dat er niet zo veel van haar gehouden werd dan ze in feite verdiende. (Een bijzondere vrouw mijn moeder). Tegelijkertijd herkende mijn oma van haar eigen leven hoe haar drie partners van haar hadden gehouden, alhoewel zij ze allemaal op tragische wijze had verloren.

En door haar antwoord voelde ik mij echt gesteund. Gelukkig hebben mijn vader en moeder later in hun leven hun betere helften gevonden. Mijn vader een jaar na hun scheiding -Ik ben gezegend met een lieve 2e moeder en ook drie halfbroers-, en mijn moeder op de latere leeftijd van 70 jaar. Daar is dus ook nog een 2e stiefvader bij gekomen.

Sterke vrouwen
Ik vertel je dit omdat ik heel trots ben op de vrouwen in mijn familie. Ze hebben allemaal een prachtige edoch grotendeels onzichtbare rol gespeeld in de geschiedenis van het leven. Een rol van geliefden, heldinnen, moeders, grootmoeders en overgrootmoeders. Ze hebben geliefd en geleden, en zij offerden veel op. Maar ze gaven alles aan hun mannen, kinderen en kleinkinderen.

Grote Geesten
Dus ja mijn lieve klein- kinderen, onthoud alsjeblieft wat mijn oma me vertelde, want haar grote geest heeft in onze familie geleefd en je bent een afstammeling van haar én van je overgrootvader en bet-overgrootvader!

Ja, want laten we ook mijn moedige opa niet vergeten, een grootvader die ik dus zelf nooit heb gekend (maar vaak heb gemist), en die de vader was van mijn moeder die hem ook nooit heeft gekend (behalve als twee weken jonge baby dan). Overigens heeft mijn moeder ook geen van haar oma’s en opa’s gekend, behalve in haar vroege jeugd haar oma in Drenthe, waar zij dan in de bedstee van de boerderij sliep als zij er logeerde.

Veel later na de oorlog werd een (kleine) straat naar mijn opa vernoemd, omdat hij een held en slachtoffer was van de 2e wereldoorlog. Nou, dat had wat mij betreft gerust een lange boulevard voor zowel hem als mijn oma mogen zijn. Edoch, door de geschiedenis heen zijn er ook veel helden anoniem gebleven. En geëerd worden is mooi, maar zegt niet alles. Grote geesten gaan nooit verloren, denk ik.

De opa en oma van m’n vaders zijde hebben mij als baby wel gezien, maar daarna heb ik er nagenoeg geen contact mee gehad, mijn opa stierf relatief jong en mijn oma heb ik nog een keer gezien op latere leeftijd. We waren blij elkaar te ontmoeten.

Mijn Moeder’s Namen
Oh ja, omdat ik met mijn moeder een sterke band heb, wil ik mijn nakomelingen ook nog vertellen dat zij is vernoemd naar háár drie grootmoeders. Haar voornaam is ‘Bieuwkjen’. Dit is een oud Hollandse naam die stamt uit de Drentse overleveringen, want mijn oma is in Drenthe geboren. En zij had die naam ook weer geërfd van haar moeder en haar oma (Dus de bet-overgrootmoeder van mijn kleinkinderen had ook die naam!). Wij noemden mijn moeder echter gedurende haar hele leven bij haar roepnaam.

De man van die bet- of over-grootmoeder, weet niet meer welke, was overigens een veenboer en kliefde door de Drentse wateren op een lage schuit met vrachten veen voor brandstof, zich voortbewegend met een lange poolstok (vertelde mijn oma mij ooit).

En dan mijn moeder’s tweede naam. Die is van de moeder van haar vader. En die moeder stierf helaas op jonge leeftijd (nog vóór dat mijn opa zelf overleed op 28 jarige leeftijd dus). Haar man is toen hertouwd en zo kwam mijn moeder aan haar derde naam, die van de stiefmoeder van haar vader was (de stiefmoeder van mijn opa dus).

Afijn, misschien ga ik later met al die namen nog wel eens verder door in boekvorm, ook over die van mijzelf, en mijn eigen leven. Maar voor nu is het genoeg, want anders zit je hier morgen nog te lezen. In ieder geval zijn er voldoende nakomelingen aan beide kanten van de familie van mijn zijde.

Mijn Antwoord
Daarom geef ik het jullie nu door. Ook gebaseerd op eigen ervaringen. LIEFDE is het antwoord. Dat is het altijd geweest en zal het altijd zijn. ALTIJD. Vergeet het alsjeblieft nooit.

Om lief te hebben gehad en om geliefd te zijn, om kinderen en kleinkinderen in je armen te mogen houden, dat zijn de kostbaarste geschenken die er zijn.

Geliefde, Moeder, en Oma, Margreet.

IK HOUOUOUOUOU VAN JULLIE!